In het asfalt zijn stukjes glas verwerkt die vrijkomen en een ware plaag voor fietsers vormen. „Op diverse plekken nemen we proeven om de verkeersveiligheid te vergroten door het wegdek beter zichtbaar te maken”, vertelt Jan-Willem Bol van de gemeente Buren. „Dat doen we bijvoorbeeld door een lichtere kleur asfalt aan te brengen of door asfalt te gebruiken waarin glasdeeltjes zijn verwerkt. Beide alternatieven werken prima. We hadden er alleen niet op gerekend dat er stukjes glas los zouden komen. Elders levert dit ‘glasfalt’ geen problemen op, omdat het wordt gebruikt op parkeerterreinen of andere plaatsen waar weinig fietsers komen.”

Op de Sportveldstraat en de Smalriemseweg in Beusichem zorgen de splinters voor fikse overlast. „We hebben een gezin met kinderen die allemaal gebruikmaken van de fiets. We zijn al een paar keer de pineut geweest”, klaagt een inwoonster.

De plaatselijke fietsenmaker, Jan Sibel, kan het alleen maar beamen. „Elke dag komt er wel een klant met een lekke band. We hebben een rare winter achter de rug: dan weer vorst, dan weer niet. Door de temperatuursschommelingen zijn er glasstukjes losgeraakt.”

Sibel, de enige rijwielhandelaar in het dorp, spreekt van „venijnige splinters van soms een centimeter lang. Je kunt er je hand gemeen aan openhalen. Ik adviseer de mensen om zo min mogelijk met de fiets door die straten te rijden en anders het midden van de weg te gebruiken. Daar liggen de minste splinters. Maar dat is niet altijd zonder gevaar.”

Na intern overleg heeft de gemeente besloten in actie te komen. Voorlichter Bol: „Opnieuw asfalteren is geen optie. Het asfalt ligt er nog maar een jaar of twee, dus dat is pure kapitaalvernietiging. Daarom gaan we de straten vaker vegen. Dat gebeurt nu vier keer per jaar, dat gaan we flink opschroeven.”

Bovendien gaat de gemeente de kosten van de lekke banden betalen. „We zijn verantwoordelijk voor de veiligheid op de weg en dus ook voor de schade die nu ontstaat. We vinden het vervelend dat onze inwoners op deze manier op kosten worden gejaagd. We moeten nog wel afspreken hoe de facturen het best afgehandeld kunnen worden.”