Blij vooruitzicht
1 Petrus 2:7a
„U dan, die gelooft, is Hij dierbaar.”
Hoe dierbaar is Jezus voor de gelovigen! Jezus ruimt de bergen van zonden weer weg, geeft nieuwe moed en krachten en doet de ziel als met arendsvleugels weer naar boven stijgen. Aan Jezus alleen hebben zij de dagelijkse rechtvaardigmaking en vergeving van hun zonden te danken, die vrede der ziel, dat verheugd zijn in God en berusten in Zijn beschikking, die kalmte, gelatenheid, onderwerping en tevredenheid!
Vanwaar hebben zij dan die ootmoed, die liefde tot Zijn instelling, die zucht naar heiligheid en gerechtigheid, die goddelijke natuur? Immers van Jezus alleen. Zijn zij arm, Jezus is hun rijkdom. Als zij leeg zijn, vinden zij in Jezus een volheid.
Als zij zwak zijn, Jezus is hun sterkte. Als zij geen doorzicht hebben om hun zaken te besturen, Jezus schenkt hun raad en wijsheid. Als zij in sommige omstandigheden geen raad weten, Jezus richt hun zaken en laat zelfs de in hun oog tegenstrijdigste dingen tot hun bestwil uitlopen. Eer zij roepen, heeft Hij meermalen reeds geantwoord. Eer zij het verwachten, is aan hen boven bidden en denken verlossing beschoren. Ja gewis, ook in dit alles is Jezus de gelovigen boven alles dierbaar.
Vraagt u ten slotte in welk opzicht Jezus de gelovigen in hetgeen Hij in de toekomst voor hen zijn zal, dierbaar is? Dan zie ik daar een ruim veld voor mij, een ruime toekomst in het vooruitzicht!
Adrianus van Herwaarden, predikant te Opheusden
(”Door de bliksem getroffen”, 1855)