Vreugde over komst geestelijk verzorgers bij politie
LEEUWARDEN. Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) gaat zich sterk maken voor de komst van geestelijk verzorgers binnen het politieapparaat. Hoogste tijd, vindt ds. M. E. Vroonland. „Ik ben blij dat er eindelijk iets gebeurt.”
Na vijftien jaar knokken lijkt de inzet van de christelijke politievakbond ACP voor de komst van geestelijk verzorgers voor agenten eindelijk te worden beloond. Als Van der Steur eruit komt met de bonden zijn politiewerkers die hulp nodig hebben straks niet meer uitsluitend aangewezen op de bedrijfsarts of de gemeentepredikant. „Eindelijk staat er dan ook een geestelijk verzorger voor hen klaar”, verzucht ds. Vroonland.
In 2014 onderzocht de theologe, dochter van een politieman, ter afronding van haar studie welke rol predikanten kunnen innemen ten aanzien van politiemensen en andere hulpverleners vanwege het beperkte aantal geestelijk verzorgers bij de politie. „In mijn scriptie staan diverse praktijkvoorbeelden van agenten die door het ontbreken van vaste verzorgers toch een beetje tussen wal en schip zijn beland. Neem de agent die er na de strandrellen bij Hoek van Holland van werd verdacht het schot te hebben gelost waardoor een van de belagers van de politie om het leven kwam. Deze agent worstelde met de vraag of hij het gebruik van zijn pistool vanuit zijn christen-zijn kon verantwoorden. Het is de vraag of een bedrijfsarts met weinig religieuze affiniteit zich in zo’n worsteling kan verplaatsen. Een gemeentepredikant zal er misschien op wijzen dat zelfverdediging in de Bijbel nergens wordt verboden. Toch blijft ook zo’n handreiking erg summier. Wat ik vooral merk bij collega’s is dat er vaak sprake is van onwetendheid en/of onhandigheid.”
Nadat ze in haar scriptie had gepleit voor speciaal opgeleide verzorgers ontving ds. Vroonland tal van instemmende reacties. „Daar zaten ook schrijnende opmerkingen van al gepensioneerde agenten tussen. Zij verzuchtten: Hadden wij maar zo’n verzorging gehad. Dat zegt wel wat.”
Wettelijk geborgd is de toegang tot geestelijke verzorgers in Nederland alleen voor militairen, gevangenen en patiënten die zijn opgenomen in een instelling, schetst ds. Vroonland. „Achterliggende gedachte daarbij is dat zij zelf veelal niet in staat zijn om binnen 24 uur een pastor te benaderen wanneer ze daar behoefte aan hebben. Dat geldt niet voor een agent, die kan als zijn dienst erop zit weer gewoon naar huis en zijn eigen beslissingen nemen. Ik denk dat velen de vraag of en wanneer hij een geestelijk verzorger moet inschakelen, beschouwen als zijn eigen verantwoordelijkheid.”
Behalve bij de politie lijkt de geestelijke verzorging ook bij de brandweer een ondergeschoven kindje te zijn, vermoedt ze. „Maar in de tien maanden dat ik nu in Leeuwarden sta, ben ik er nog niet aan toegekomen me daarin te verdiepen. Mijn aandacht is vooral uitgegaan naar de communicatie tussen kerk en overheid. De politie en de hulpdiensten staan 24 uur per dag klaar voor alle burgers, inclusief kerkleden.
Daarom denk ik dat het goed zou zijn als de overheid weet wat ze bij een calamiteit kan verwachten van de kerk. Waar heeft de ramp zich voorgedaan, welke kerken zitten daar in de buurt? Kunnen ze pastorale hulp bieden, een gebouw beschikbaar stellen, of vrijwilligers wellicht?
Ik zeg niet dat de kerk bij elke ramp per se de deuren moet openen. Wel denk ik dat het goed is als we duidelijk maken hoe we de rampendiensten kunnen aanvullen en versterken. De overheid hoeft ons zeker niet als bedreiging te zien.”