Commentaar: Met het stellen van kledingregels is niets mis
De kledingregels die het Delftse Stanislascollege stelt, hebben gezorgd voor een merkwaardige ophef. Na een brief aan de ouders waarin werd gezegd dat rokjes, broeken en truitjes met een tekort aan kledingstof taboe waren, ontstond een nagenoeg nationale verontwaardiging. Waar haalt de school het lef vandaan? Waar bemoeit de schoolleiding zich mee? Korte kleding moet toch kunnen. Gun kinderen hun vrijheid. Kledingkeuze is een persoonlijke zaak.
Ieder die even nadenkt, zal moeten toegeven dat deze commotie bizar en selectief is. Feitelijk heeft elke school kledingregels, al of niet beschreven in de schoolgids. Nergens mogen meisjes in bikini de les bijwonen. Excentriek is het standpunt van het Stanislascollege dus niet. Zaten de media soms verlegen om een onderwerp dat ze even in de kijker konden zetten? Of ontstond de ophef omdat de Delftse school de bestaande afspraken expliciet onder de aandacht bracht? Dat laatste is niet uitgesloten. Ieder die de regels in schoolgidsen vergelijkt met de dagelijkse praktijk op veel scholen moet constateren dat papier vaak geduldig is. Dus in zeker opzicht heeft de Delftse school lef.
Het stellen van regels is veelal geen overbodige luxe. De kleding van sommige leerlingen roept soms eerder het idee op dat ze op weg zijn naar het strand dan naar de les. Ook al zegt iemand met zijn tijd mee te willen gaan, hij kan toch niet ontkennen dat er verschil is tussen strand- en schoolbezoek. Schoolkleding is doorgaans niet geschikt voor strandbezoek. Waarom moet dat omgekeerd dan wel kunnen?
Algemeen is men het erover eens dat verschillende situaties hun eigen kledingcodes kennen. Niemand gaat op audiëntie bij de koning in besmeurd ketelpak en evenmin is het normaal als de schoorsteenveger in wit overhemd met jacquet aan het dak op gaat. Doorgaans is er consensus over hetgeen passende kleding is.
Het bestaan van kledingregels is voor mensen meestal niet de steen des aanstoots. Critici ergeren zich vooral aan het normbesef dat zij achter sommige voorschriften denken te zien. Door regels wordt er naar hun overtuiging paal en perk gesteld aan het ideaal dat alles moet kunnen en dat niemand een ander de maat mag nemen. Tegenstanders van de maatregelen op de school in Delft voelen dat als knagen aan de libertijnse geest die door ons land waait. Daarom proberen ze de brief van het Stanislascollege in het belachelijke te trekken. In de hoop dat de goegemeente meehuilt. En gezien de reacties op sociale media lijkt dat aardig te lukken.
Helemaal bont maken sommige deskundigen het met hun standpunt als ze stellen dat de voorschriften vooral meisjes op een seksistische manier wegzetten. Dat is de omgekeerde wereld. Juist door regels voor kleding te stellen wordt tegengegaan dat het vrouwelijk geslacht degradeert tot een lustobject.
Er is onderzoek gedaan naar foto’s van mannen en vrouwen in ondergoed. Daaruit bleek dat juist de vrouwen gezien worden als een object en niet als een persoon. Nog afgezien van de vragen over smaak en fatsoen: zoiets wil je vrouwen toch niet aandoen?