Ds. Rodenburg: Ik voel me aangetrokken tot onvoorspelbare situaties
UTRECHT. Ds. C. J. (Kees Jan) Rodenburg te Utrecht, oud-directeur van Near East Ministry (NEM), wordt krijgsmachtpredikant (Protestantse Kerk). „Ik voel me aangetrokken tot onvoorspelbare situaties, en tot mensen die in een wanhopige situatie verkeren.”
Ds. Rodenburg (48) was van 2011 tot 2015 directeur van NEM in Voorthuizen. Daarvoor werkte hij zeven jaar in Israël, vanuit het Centrum voor Israëlstudies. Gisteren werd bekend dat hij een beroep als krijgsmachtpredikant heeft aangenomen. „Ongeveer een jaar geleden ben ik me gaan oriënteren op ander werk”, zegt ds. Rodenburg desgevraagd. „Ik zag dat er geestelijk verzorgers gezocht werden in het leger, en heb bij collega-predikanten die er al werken geïnformeerd wat het werk precies inhoudt. De procedure nam een aantal maanden in beslag. Er zit ook een veiligheidsonderzoek in.”
Wat houdt het werk van krijgsmachtpredikant in?
„Je wordt geplaatst op een militaire eenheid, en maakt daar echt deel van uit. Je bent op dezelfde manier gekleed, doet mee aan trainingen en gaat mee op missies. Het streven is dat je zo dicht mogelijk bij de militairen bent, zodat ze vertrouwen in je krijgen. Verder ben je vooral beschikbaar, niet zozeer sturend. Tijdens missies organiseer je bezinningsmomenten, maar die kun je niet al te specifiek kerkelijk invullen.”
De doelgroep is divers, dat kan lastig zijn als protestants predikant.
„In het leger zijn voor verschillende levensbeschouwingen verschillende geestelijk verzorgers aanwezig. Zo zijn er ook joodse en islamitische collega’s. Je zou kunnen zeggen dat er twee lijnen zijn. De eerste lijn loopt naar de militairen van jouw achtergrond. Zij hebben het recht om hun geloof op de eigen manier te beleven, ook als ze vaak lang van huis zijn. De tweede lijn is de geestelijke verzorging, als zodanig ben je beschikbaar voor iedereen.”
U was Israëlconsulent, directeur van Near East Ministry en wordt nu krijgsmachtpredikant. Wat is de rode draad in uw loopbaan?
„Ik merk dat ik me vaak laat leiden door wat er op een bepaald moment verschijnt. Dat heb ik steeds met hart en ziel gedaan, zowel het werk in Israël als het werk bij de NEM. Toen ik twintig jaar was heb ik een beroepskeuzetest gedaan. De score werd verdeeld over vijftien verschillende beroepsgroepen. Ik scoorde alleen op de eerste –alles met geestelijke beroepen– en de laatste: avonturier, circusmedewerker, stuntman, dat soort dingen. Ik voel me aangetrokken tot onvoorspelbare situaties, en tot mensen die in een wanhopige situaties verkeren. Als je op missie gaat, kom je meerdere maanden in een gevaarlijke omgeving terecht. Hoe kun je dan streven naar vrede en verzoening? Hoe hou je oog voor het menselijke? Ik ben ook benieuwd wat dit met mij en met mijn gezin doet.”
Hoe kijkt u terug op het werk bij Near East Ministry?
„Een heel prettige groep mensen die intensief op elkaar betrokken zijn. Mensen die niet gericht zijn op het maken van carrière, maar echt een ideaal hebben dat ze nastreven. Het is vaak tegen de stroom op roeien, maar inspirerend om mee te maken.”
Wat verwacht u van de nieuwe functie?
„De grote uitdaging zal zijn om weer een band op te bouwen met mensen, in het directe contact met de militairen. Dat is niet anders dan bij de NEM. En ik ben benieuwd wat een nieuwe, niet-christelijke omgeving met je doet. Voorlopig zullen we als gezin niet hoeven te verhuizen. Wel zal ik soms op missie naar het buitenland moeten. Tot op heden ging ik ook wel naar het buitenland, maar dan voor enkele weken. Voor een missie ben je een paar maanden weg. Dat is wel wennen.”