„Gemeenten weten te weinig van privacyregels”
DEN HAAG (ANP). Gemeenten weten niet goed hoe ze moeten omgaan met privacygevoelige persoonsgegevens van inwoners, stelt toezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens. Sinds 1 januari 2015 hebben lokale overheden nieuwe taken op het gebied van jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en arbeidsparticipatie. Hierdoor zijn ze meer persoonsgegevens van meer mensen gaan verwerken.
„Gemeenten werken vaak met heel gevoelige gegevens van hun burgers. Van kwetsbare mensen die op gebieden als jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en chronische ziekten afhankelijk zijn van hun gemeente. Om het vertrouwen van die mensen te behouden moeten gemeenten een volstrekt helder beeld hebben van het doel waarvoor persoonsgegevens worden verzameld en gebruikt”, aldus Wilbert Tomesen, vicevoorzitter van AP dinsdag. „Nu loop je het risico dat gegevens worden verwerkt terwijl dat niet mag.”
Gemeenten vragen nu geregeld toestemming aan burgers voor de verwerking van hun gegevens. „Dat met toestemming gegevens altijd mogen worden verwerkt, is een misvatting en kan problemen opleveren.” Niet alleen wordt daarmee de suggestie gewekt dat alleen met toestemming gegevens mogen worden verwerkt, ook is het vragen van toestemming niet altijd voldoende.
De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) bepaalt dat mensen zich vrij moeten voelen om toestemming te geven. Als mensen afhankelijk zijn van de gemeente voor hulp of ondersteuning kan van vrije toestemming geen sprake zijn. „Als gemeenten in die gevallen tóch toestemming vragen en persoonsgegevens verwerken, is dat onrechtmatig”, aldus AP die onderzoek deed in 41 plaatsen.
Gemeenten hebben te weinig instrumenten gekregen van de Rijksoverheid tekent het blad Binnenlands Bestuur op uit de mond van Tomesen. „Het is voor gemeenten eigenlijk onbegonnen werk geweest om dit volgens juridische kaders te doen.” Die moeten er snel komen.