Veel mensen zijn volgens SER-voorzitter Mariëtte Hamer bang dat door afspraken over vrijhandel Europese voorschriften ter bescherming van bijvoorbeeld voeding, milieu en klimaat minder streng zullen worden. „Deze moeten worden gewaarborgd”, zei ze.

Overheden moeten volgens de SER in staat blijven om de bescherming van die belangen op hetzelfde niveau te houden of te verbeteren. Bepaalde diensten moeten van algemeen publiek belang kunnen worden verklaard en daarmee worden uitgezonderd van TTIP.

De onderhandelingen over TTIP zijn nog gaande. Een wereldwijd akkoord heeft volgens de SER nog altijd de voorkeur. Het verdrag mag geen belemmering vormen voor deelname van derdewereldlanden of voor een nieuw wereldwijd handelsakkoord.

Voorzitter Hans de Boer van werkgeversorganisatie VNO-NCW zei dat het slechten van handelsbarrières „een krachtige impuls” kan opleveren voor de economie. Vicevoorzitter Arend van Wijngaarden van vakorganisatie CNV onderstreept het SER-advies dat TTIP de bescherming van werknemers niet mag ondermijnen. Volgens Milieudefensie en Greenpeace betekent het advies in de praktijk een duidelijk nee tegen het verdrag.

Minister Ploumen (Internationale Handel) benadrukte dat alleen een handtekening wordt gezet „onder een goed en eerlijk” akkoord.