„Neem jongeren mee naar schoolvergaderingen”
Waar hebben reformatorische jongeren behoefte aan? Niet aan docenten die de kerken en de gezindte bekritiseren. Ook niet aan leraren die niet onvoorwaardelijk buigen voor het Woord en de belijdenis. Wél aan opvoeders die gehoorzaam luisteren naar de Schrift en innerlijke verbondenheid aan de beginselen en de eigen kring uitstralen.
Die boodschap gaf voorzitter ds. P. Mulder van scholenorganisatie VGS zaterdag de bezoekers van de jaarvergadering mee. Docenten die hun eigen twijfels en kritiek op de leerlingen overdragen richten veel schade aan, zei de Dordtse predikant. „Onze leerlingen hebben behoefte aan voorbeelden, aan ouderen die duidelijk maken dat een leven in de vreze des Heeren het hoogste goed is.”
Die opdracht dringt volgens de VGS-voorzitter temeer nu de op- en uitbouw van de eigen instellingen vrijwel voltooid is. „Het gaat nu om consolidatie, om het bewaren van het pand dat ons is toebetrouwd. Separerende prediking is wezenlijk voor onze gemeentebeschouwing en ons onderwijs. We mogen niet door evangelische invloeden verwateren tot een geloofsopvatting die feitelijk de noodzaak van de wedergeboorte als daad van God niet meer beleeft en benoemt. En we mogen uiteraard geen ruimte geven aan ook maar de minste vorm van rafelen aan het schriftgezag. Het vaandel moet overgedragen worden. Neem jongeren mee naar vergaderingen van kerk, school en SGP. Laten scholen bezinningsavonden beleggen om ouders toe te rusten. Laten leraren distantie ten opzichte van veel hedendaagse cultuuruitingen en een kritische houding richting moderne media bevorderen.”
Ds. Mulder wees op de noodzaak van het platform dat de ontwikkelingen rond de bedreigde vrijheid van onderwijs gaat volgen. Het bijzonder onderwijs wordt echter ondermijnd doordat veel christelijke scholen verwaterd zijn. Dat heeft de buitenwacht haarscherp in de gaten. Ds. Mulder noemde de vrijheid om eigen scholen te stichten een groot goed, „al moeten we het spanningsveld tussen artikel 23 van de grondwet en artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis niet verdoezelen. Volgens het theocratische beginsel heeft de Heere recht op hart en leven van ieder mens. Leeft dat nog onder ons? Zijn we vaak niet tevreden als we zelf de ruimte krijgen?”
Het heeft er veel van weg dat het autonomiedenken onder de jonge generatie breed leeft, aldus ds. Mulder. De autonomie van de mondige mens verdraagt zich slecht met het uitdragen van één waarheid. De predikant citeerde een VVD-publicatie als voorbeeld van het hedendaagse denken: „Fundamentalistische scholen houden kinderen geestelijk gevangen in de kluisters van dogma’s, die soms ook nog eens lijnrecht indruisen tegen de beginselen van onze rechtsstaat.”
Tweede voorzitter ds. W. J. Karels wees in zijn openingswoord naar aanleiding van Psalm 2 op de hartenkreet van David over het woeden van de heidenen. De samenleving zegt de gehoorzaamheid aan het Evangelie steeds meer op, werpt het heilzame juk van Gods geboden af en verscheurt de banden van de bijbelse structuren. De vorst der duisternis heeft het vooral op de kerkelijke jeugd voorzien.
Ds. Karels wees op „de vervlakking in onze gezinnen, de goddeloze invloed van de media. We zouden zeggen: Het gaat helemaal mis. Maar: Die in de hemel woont, zal lachen. Het gaat uiteindelijk toch niet anders dan zoals God het besloten heeft. Eens zal alle knie zich voor Hem buigen. Wat ontzettend als ook nette kerkmensen dat gedwongen zullen moeten doen, omdat ze nooit door wedergeboorte en geloof leerden buigen. Laten we in onze scholen vasthouden dat wedergeboorte onmisbaar is en dat de bekering begint met de droefheid naar God en smart over de zonde.”
Bestuurslid ds. J. P. Boiten stond in zijn slotwoord stil bij Johannes 14:31. Daarin geeft Christus aan dat Hij ging lijden uit liefde tot Zijn Vader. Voor iemand die zich door ontdekkende genade als een buitenstaander heeft leren kennen, wordt het een wonder dat Hij die weg wilde gaan. „In de toepassing ervan komt van de mens niets in aanmerking. Hebben we Zijn werk al nodig gekregen?”
VGS-directeur H. Vos schetste de ingrijpende veranderingen in de taak van besturen en directies. Besturen gebeurt steeds meer op hoofdlijnen; de uitvoering komt bij de directies te liggen. Om hun taak goed te kunnen uitvoeren, moeten directies delegeren. Daarmee wordt de taak van besturen niet minder belangrijk, benadrukte Vos. „Besturen zijn beleidsbepalend, zij stellen kaders in plaats van achteraf te reageren. Veel besturen hebben in dit proces nog een lange weg te gaan. Een duidelijke taakafbakening met de directie is nodig.”
De VGS nam afscheid van de bestuursleden M. C. Abrahamse (na 21 jaar) en ds. Karels (na 7 jaar). In hun plaats werden ds. J. Schipper en A. Dieleman RA gekozen. Voorzitter W. van de Geer van schoolbegeleidingsdienst BGS lichtte de fusie van zijn organisatie met hogeschool De Driestar toe. Hij noemde samengaan noodzakelijk omwille van de continuïteit, mede gezien de veranderende financiering van de begeleidingsdiensten en de moeilijke positie van kleine hogescholen. De fusie moet ook leiden tot versterking van de dienstverlening.
Eerder werd het verschil in doelgroep als bezwaar genoemd: de Driestar heeft een wat bredere achterban dan het BGS. Van de Geer wees echter op de gemeenschappelijke grondslag en op het feit dat bij de huidige samenwerking tussen beide organisaties nooit identiteitsproblemen optreden. „Cultuurverschillen willen we echter niet verdoezelen.”
Wat betreft de samenwerking met het Ds. G. H. Kerstenonderwijscentrum: „Daarin verandert wat ons betreft niets. De verstandhouding is goed en we willen de huidige samenwerking graag handhaven.”