Dat zei premier Mark Rutte woensdagavond tijdens een debat in de Tweede Kamer over het Oekraïne-referendum, waarbij een meerderheid nee zei tegen het verdrag. De regering wil eerst gesprekken voeren met onder meer Brussel en de grieven van de nee-stemmers aankaarten. „Om recht te doen aan het nee-kamp”, aldus Rutte.

Als het overleg de komende maanden niet leidt tot een voorstel dat voor het kabinet en een belangrijke meerderheid in de Kamer acceptabel is en,waar we trots op zijn’’, dan wordt er niet geratificeerd, aldus Rutte. Hij noemde dat „volstrekt zonneklaar”.

De premier verwierp het pleidooi van de oppositie om het verdrag zo snel mogelijk van tafel te vegen. „Als je meteen al duidelijk maakt dat je het akkoord sowieso niet ratificeert, is het risico levensgroot dat we niets kunnen realiseren. Dan hebben die gesprekken geen zin en zullen ze niet tot resultaten leiden.”

De oppositie verweet Rutte het akkoord te willen redden met bijvoorbeeld aanpassingen of toevoegingen. „We worden voor de gek gehouden”, aldus SP-Kamerlid Harry van Bommel. „Rutte maakt van het referendum een fopspeen. Nee is nee.”