„Pluraliteit in GKN verdient erkenning”
Er moet meer nadruk gelegd worden op het plurale karakter van de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN). Dat schrijft een synodecommissie die zich gebogen heeft over de identiteit en communicatie van de kerken.
De Commissie ”Kerkelijk Gesprek” werd ingesteld na de vele kritische reacties die de synode ontving na het besluit van april 2000 over de standpunten van prof. dr. C. J. den Heyer. De commissie analyseert in een rapport de ontwikkeling van de GKN in de afgelopen decennia en concludeert dat de kerken niet langer een homogene, duidelijk afgebakende eenheid vormen. De GKN zijn een plurale kerk geworden, met verschillende stromingen. Volgens de commissie is het essentieel voor de kerken daar op een positieve manier mee om te gaan door in openheid te communiceren.
De commissie signaleert in haar rapport ook een kloof tussen de plaatselijke kerken en het landelijke bestuursniveau. Volgens de commissie zou de synode in haar besluitvorming beter kunnen anticiperen op de verschillende opvattingen binnen de GKN. Als voorbeeld noemt de commissie het synoderapport ”Kerken en Kerkverband”, dat onder meer ingaat op de andere positie die de GKN gaan innemen in de SoW-kerk.
Het commissierapport is geagendeerd voor de generale synode van de GKN van 8 maart aanstaande. Dan zal tevens duidelijk moeten worden wat de mogelijkheden zijn om het kerkelijk gesprek ook regionaal en plaatselijk te voeren. De commissie stelt daarnaast voor om het rapport aan te bieden aan het triomoderamen van de SoW-kerken.
Ds. A. S. Rienstra, secretaris van het Confessioneel Gereformeerd Beraad (CGB), zegt desgevraagd wel voor een pluriforme kerk te zijn, maar niet voor een plurale. „Bij een pluriforme kerk is er ruimte voor verschillende meningen op grond van de Bijbel. Over de uitleg van bijbelgedeelten kun je verschillen. In een plurale kerk heeft men verschillende meningen over het gezag van de Schrift. Als het rapport zegt dat daar meer aandacht voor moet komen, dan weten we dat nu wel. Het is allang bekend dat de GKN een plurale kerk zijn.”
Ds. Rienstra vindt dat de dialoog, waarover in het rapport wordt gesproken, niet wordt uitgewerkt. „Merkwaardig dat deze commissie nooit contact met het CGB, de enige modale organisatie in de GKN, heeft gezocht om dingen met elkaar te bespreken. Dat hadden we eigenlijk wel verwacht. En dat terwijl men verschillen wil overbruggen.”