Dat bleek woensdag tijdens een overleg in de Tweede Kamer. De aanpassing van de zogenoemde detacheringsrichtlijn moet ervoor zorgen dat werknemers uit EU-landen die elders in de Unie worden gedetacheerd hetzelfde krijgen betaald als werknemers in het gastland.

De huidige Europese regels leiden tot uitbuiting en onderbetaling van de buitenlandse werknemers. Ook ontstaat er verdringing op de arbeidsmarkt. Het gaat vooral om sectoren als transport, bouw en landbouw. Minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft zich sterk gemaakt voor de aanpassing.

Volgens VVD’er Anoushka Schut-Welkzijn gaat het plan „ons land banen kosten”. Zij meent dat uitbuiting en illegale praktijken op een andere manier moeten worden aangepakt. Ze wil dat er meer wordt ingezet op handhaving, vooral in de EU-landen waar de arbeidsmigranten vandaan komen. „Dat lijkt me de goede weg.”

De SP is eveneens ontevreden. Die partij denkt dat met het nieuwe voorstel de misstanden niet worden opgelost. Andere partijen zien het als „een stap vooruit”. Wel vinden zij onder meer de periode dat mensen in het buitenland gedetacheerd mogen worden (24 maanden) te lang.

De minister is „blij, maar niet tevreden” met het voorstel van EU-commissaris Marianne Thyssen (Werk en Sociale Zaken). „Maar het zal al een hele hijs worden om dit te regelen.” Verscheidene landen hebben al aangegeven niet gelukkig te zijn met de ideeën van Thyssen.