Opleiding ouders bepaalt schoolkansen kind
DEN HAAG (ANP). Een kind van hoogopgeleide ouders krijgt meer kansen op school dan een kind van laagopgeleide ouders, ook als de kinderen zelf even intelligent zijn. Er is steeds meer „kansenongelijkheid”. Het gevolg daarvan is dat er niet genoeg wordt gedaan met talent van kinderen. De Inspectie van het Onderwijs waarschuwt daar woensdag voor in haar jaarverslag.
De Inspectie noemt ‘Thijs’ en ’Tim’ als voorbeeld. Ze wonen in dezelfde buurt en zijn even intelligent. De ouders van Thijs zijn hoogopgeleid, de ouders van Tim laagopgeleid. Thijs krijgt in groep acht waarschijnlijk een hoger advies voor de middelbare school dan Tim. Thijs groeit waarschijnlijk door naar het hoger onderwijs, Tim blijft waarschijnlijk zitten of komt op een lager niveau terecht. „Zelfde talenten, verschillende uitkomsten”, concludeert de inspectie.
Het verschil komt vermoedelijk doordat hoogopgeleide ouders meer bezig zijn met de opleiding van hun kind. Ze kiezen bewust voor een bepaalde basisschool en daarna voor een specifieke middelbare school. Bovendien hebben leraren en schoolleiders misschien vooroordelen: onbewust gaan ze ervan uit dat kinderen van hoogopgeleide ouders beter presteren. „Bij iedere overgang en ieder selectiemoment kan dat het verschil uitmaken tussen de kans krijgen of een kans missen.” De inspectie roept onderwijs en overheid op om samen te werken „om toenemende tweedeling te keren”.
Het rapport ziet niet alleen verschillen tussen leerlingen, maar ook verschillen tussen scholen. „Scholen met grote groepen leerlingen van lager opgeleide ouders hebben vaak een zwakkere kwaliteit, minder bevoegde leraren, een hoger ziekteverzuim en een hoger verloop van personeel”, aldus de inspectie.