Visstand in IJsselmeer blijft achteruitgaan
DEN HAAG. Ondanks een verdere achteruitgang van de schubvisbestanden in het IJsselmeer heeft staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) besloten de geldende beheersmaatregelen dit jaar niet aan te scherpen. Dat blijkt uit een brief die de bewindsman maandag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Uit metingen van onderzoeksinstituut Imares blijkt dat de situatie in het IJsselmeer „ernstig” is, schrijft Van Dam. In plaats van de verbetering waarop was gehoopt, is het beeld ten opzichte van vorig jaar „eerder verslechterd.” Het brasembestand lijkt zelfs te zijn „ingestort.”
Het gaat in het IJsselmeer al jaren slecht met snoekbaars, baars, blankvoorn en brasem. Sinds 2014 is een verzwaard beheerregime van kracht. De visserij met zogeheten staande netten werd met 85 procent ingekrompen. Ook de zogeheten zegenvisserij en het vissen met grote fuiken met ruiven werd drastisch ingeperkt.
Imares had gesuggereerd de visserij nog eens met 20 procent in te krimpen, maar daar voelt Van Dam niet voor. Het beheersysteem zou dan nog ingewikkelder worden, en lastiger te handhaven, aldus de bewindsman. De naleving door de vissers laat toch al te wensen over: controleorganisatie NVWA heeft sinds 2014 „vele overtredingen van stroperij met beroepsvistuigen” geconstateerd. Van Dam eist intussen dat de sector zelf met een plan komt om „illegale” visserij terug te dringen.
In oktober neemt de staatssecretaris met organisaties die bij het IJsselmeer betrokken zijn een besluit over een beheersysteem voor de komende jaren. Aanscherping van de vangstbeperkingen moet dan „niet worden uitgesloten.”