Kamer: Eén kandidaat per kiesdistrict
Een meerderheid in de Tweede Kamer, bestaande uit CDA en PvdA, wil dat in het nieuwe kiesstelsel slechts één kandidaat namens een district in de Tweede Kamer kan worden gekozen.
Daarmee gaat de Kamer in tegen het voorstel van minister De Graaf (Bestuurlijke Vernieuwing) om per district twee tot zes kandidaten te stellen. Met een zogeheten enkelvoudig districtenstelsel, waarin maar één winnaar naar de Tweede Kamer gaat, worden de verkiezingen pas echt spannend, vindt CDA-kamerlid Spies. Het voorstel van De Graaf, waarin per district meerdere kandidaten naar de Kamer kunnen, is te voorspelbaar, vindt ze. „Het zijn dan bijna zekere benoemingen.”
PvdA-kamerlid Dubbelboer is er nog niet helemaal uit of een winnaar in een district met de meeste stemmen al door kan, zoals in Groot-Brittannië, of dat deze een meerderheid van de stemmen moet verwerven, desnoods in meerdere rondes, zoals in Frankrijk.
Verder willen CDA en PvdA meer districten dan de ongeveer twintig die De Graaf voorstelt: CDA wil er dertig en de PvdA 75.
Ook de VVD gaat niet akkoord met het plan van de bewindsman. Kamerlid Luchtenveld zal maandag, als de Kamer met De Graaf over het onderwerp debatteert, met verschillende alternatieven komen. Eén daarvan is een onderverdeling in 150 districten.
De bewindsman zei vrijdag dat hij zijn eigen voorstel nog steeds het beste vindt, maar dat hij openstaat voor goede alternatieven.
Het nieuwe stelsel tast overigens de evenredige vertegenwoordiging niet aan. De kiezer mag in dat systeem twee stemmen uitbrengen: één op een landelijke lijst en één op een regionale kandidaat. De eerste stem is bepalend voor de zetelverdeling in de Tweede Kamer. Zodoende hoeven kleine partijen als ChristenUnie en SGP geen zetelverlies te vrezen als gevolg van het nieuwe stelsel.