Zuid-Koreaans hof begint procedure afzetting Roh
Het Constitutionele Hof van Zuid-Korea heeft vrijdag zijn eerste openbare zitting gehouden over het verzoek van het parlement tot afzetting van president Roh Moo-hyun. De president, die voor de duur van de rechtszaak op non-actief is gesteld, was zelf niet aanwezig.
Een eerdere zitting was dinsdag vanwege zijn afwezigheid verdaagd, maar de wet staat toe dat de zaak bij herhaalde afwezigheid van de president zonder hem mag worden afgehandeld. Aanklager Chung Ki-seung beet het spits af met te verklaren dat het parlement geen andere keus had dan Roh aan te klagen, om de grondwet te beschermen tegen diens „eigenmachtige optreden.”
Het door de oppositie gedomineerde parlement besloot op 12 maart Roh voor afzetting voor te dragen wegens schending van de kiesregels en incompetentie, nadat medestanders van Roh die het podium op waren gestormd om een stemming tegen te houden, uit de zaal waren verwijderd.
Rohs verdediger zei bij het betreden van de rechtszaal dat de afzettingsprocedure niet volgens de parlementaire en grondwettelijke regels is verlopen en daarom ongeldig is. Een andere verdediger wees op de opiniepeilingen waaruit blijkt dat zeven op de tien Zuid-Koreanen niet wil dat Roh wordt afgezet.