Canadese overheid sluit loket voor godsdienstvrijheid
OTTAWA (ND). Canada heeft sinds deze maand geen kantoor meer voor de vrijheid van godsdienst. Het idee van het loket was niet slecht, maar liberalen zagen het als een conservatief erfstuk.
Het was geen 1 april-grap, de sluiting van wat officieel Office for Religious Freedom (ORF) heette en in de Canadese hoofdstad Ottawa was gevestigd.
De liberale Canadese regering van premier Justin Trudeau, die een half jaar geleden het roer van de conservatieve voorgangers overnam, vond dat het kantoor –met vier mensen personeel– niet goed genoeg functioneerde.
De Canadese minister van Buitenlandse Zaken Stéphane Dion liet de beslissing in januari al doorschemeren tijdens toespraken. Hij zei dat de nieuwe regering de doelstellingen van het kantoor wel onderschreef, maar dat ze voor een andere methode zou kiezen. Het werk van het ORF wordt nu ingebed in een algemeen bureau voor de mensenrechten. Dat wordt bemenst door ambtenaren van humanistische snit.
Protest
Het besluit riep veel protest op. Allereerst in christelijke kring. „We zijn diep teleurgesteld”, zei Bruce Clemenger, voorzitter van de Evangelical Fellowship of Canada, in het blad Christianity Today. „Het kantoor was een heel goed loket om religieuze onvrijheid aan te kaarten en was een centrum van expertise geworden.” Zelfs moslims en sikhs –in Canada een belangrijke minderheid– waren enthousiast over het ORF.
De achtergrond voor het opheffen van het loket voor godsdienstvrijheid is dan ook niet zozeer het falen ervan, als wel de dringende wens van de nieuwe liberale regering in Canada om korte metten te maken met de speeltjes van de conservatieve voorgangers.
Dat zegt niet alleen een van de dertien geestelijke adviseurs van het ORF, Raymond J. de Souza, in het blad National Post, maar het wordt ook nadrukkelijk zo gesteld in het Britse weekblad The Economist, dat zelf van onversneden liberale signatuur is. „De humanisten deden ook weleens een beroep op het ORF, maar voelden zich wat minder bediend”, schreef het magazine kribbig.
Vijf jaar geleden werd het idee voor een waakhond op het gebied van religieuze vrijheid bedacht door de toenmalige premier van Canada Stephen Harper. Aanleiding was de moord op de Pakistaanse politicus Shahbaz Bhatti, in 2011. Bhatti kwam op voor religieuze minderheden in Pakistan. Harper zelf was niet zo nadrukkelijk christelijk in zijn politiek, al was hij in zijn jonge jaren betrokken bij de missionaire alliantie CAMA. Hij streed wel voor het idee van religieuze vrijheid – en hij trok er kiezers mee. Harper investeerde er ook flink veel geld in.
Freedom House
Het ORF werd gemodelleerd naar Freedom House in de Verenigde Staten, een instituut dat onderdak heeft gevonden bij het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en dat jaarlijks een dik rapport uitbrengt over de mate van vrijheid van godsdienst in alle landen van de wereld.
Het kantoor in Canada werd eveneens ondergebracht bij het departement van ”Global Affairs”.
Bij de lancering in februari 2013 werd Andrew Bennett het boegbeeld. Hij was een rooms-katholieke hoogleraar met Oekraïense wortels en zou de enige ambassadeur voor de godsdienstrechten in Canada blijven. Medio maart vertrok hij naar de rooms-katholieke denktank Cardus, waar hij een nieuw, interreligieus initiatief leidt: “Faith in Canada 150”.