O, lieve christenen, is Christus de Medicijnmeester Die ons naar ziel en lichaam wil helpen, laat ons Hem dan dagelijks bidden dat Hij al onze zonden wil vergeven. Hij zal dit ook doen, want Hij heeft het beloofd. Zijn wij in aanvechting en is onze ziel benauwd, laat ons dan Hem aanroepen. Hij zal ons daaruit verlossen en ons rust voor onze ziel geven.Liggen wij in een lichamelijke ziekte, in de laatste doodsnood, en weten wij dan van benauwdheid, pijn en smart niet waar wij blijven zullen, laat ons onze ogen en handen en ons hart opheffen tot die grote Medicijnmeester in de hemel en Hem om hulp en bijstand smeken. Hij zal de pijn matigen en de ziekte van ons nemen als het Hem ter ere is en ons tot zaligheid strekt. Hij zal ook maken dat wij de smart van de dood kunnen verdragen en zal ons een zalig stervensuur schenken. Hij is goedertieren, Hij is almachtig, Hij is getrouw en zal ons niet meer opleggen dan wij kunnen dragen.

O, hoe zalig zijn wij wanneer wij in de Heere Jezus geloven, Die hier de tekst begint met een dubbel „Voorwaar”, dat als een eed bevestigt dat Hij zalig wil maken, wanneer wij Zijn Woord houden. Dit is geen woord van mensen, maar het zijn woorden van de Heere Jezus Christus, de eeuwige Zoon van God, Die ons niet bedriegen kan noch wil. Hoe troost ons dit in leven en sterven, wanneer wij weten dat Hij waarachtig is.

J. G. Pruschenccius, predikant te Rotterdam (Geestelycke Medicyne teghen de Melancolye, 1635)