Machtspolitiek voor landsbelang
Bij de regionale verkiezingen in Frankrijk hebben de linkse partijen afgelopen zondag een daverende overwinning geboekt. Landelijk gezien behaalden zij iets meer dan de helft van de stemmen. In 21 van de 22 regio’s op het Franse vasteland beschikt links de komende zes jaar over een meerderheid - een winst van 13. Slechts in de Elzas behield de gaullistische UMP van president Chirac samen met de centrumrechtse UDF de meerderheid.
De overwinning van links is des te opmerkelijker omdat socialisten noch groenen noch communisten de strijd waren ingegaan met aansprekende, charismatisch leiders of sterke verkiezingsprogramma’s. In feite likte het linkse kamp nog zijn wonden van het drama van twee jaar geleden, toen zijn kandidaat al in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen werd uitgeschakeld en de extreem rechtse Jean-Marie Le Pen wist door te dringen tot de beslissende ronde.
De regionale verkiezingen moeten dan ook worden gezien als een duidelijke motie van afkeuring aan het adres van de huidige regering-Raffarin. Temeer daar een onverwacht hoog aantal kiezers (ruim 65 procent) de moeite nam om zondag naar de stembus te komen.
Raffarin heeft zich met zijn bezuinigingspolitiek van de afgelopen twee jaar niet populair gemaakt. Veel Fransen verwijten hem cliëntelistisch gedrag: waar protesten van de gewone man geen enkel succes hebben, hoeft het bedrijfsleven maar met de ogen te knipperen om voorgestelde hervormingen ongedaan gemaakt te krijgen. Tegelijkertijd is Raffarin er ondanks zijn strenge beleid niet in geslaagd de economie een nieuwe impuls te geven.
De verkiezingen zijn echter vooral een slag in het gezicht van Chirac. Die schoof na zijn verkiezingsoverwinning in 2002 immers de onbekende Raffarin naar voren. Bovendien zat de president achter de samenstelling van ’zijn’ kabinet.
Om de steun van de Franse kiezer terug te winnen, zou het logisch zijn geweest de huidige regering, met name Raffarin, naar huis te sturen -geen ongebruikelijke stap in Frankrijk- en een nieuwe premier aan te wijzen die de verloren gegane rechtse stemmen zou kunnen terugwinnen. De enige man die dat op dit moment zou kunnen is de minister van Binnenlandse Zaken, Nicolas Sarkozy. Die heeft met zijn strakke veiligheidsbeleid de afgelopen jaren veel lof geoogst. Bovendien wordt hij gezien als iemand die nog wel oog heeft voor de zorgen van de man in de straat.
Voor Chirac is Sarkozy echter geen optie. De energieke ”Sarko” heeft namelijk een eigen agenda: president worden in 2007. Door hem te benoemen tot premier, zou Chirac zijn eigen politieke einde inluiden. En dat is onverteerbaar voor de president, temeer daar hij zijn partijgenoot niet kan luchten of zien sinds die hem bij de presidentsverkiezingen van 1995 openlijk afviel.
Vandaar dat Chirac Raffarin -die dinsdag zijn ontslag indiende- opnieuw heeft belast met het vormen van een regering. Daarmee blijft Frankrijk voortmodderen met een premier die onder de bevolking geen enkele steun meer geniet. En dat terwijl het land juist een sterke man nodig heeft om de grote economische en sociale problemen -werkloosheid en een gebrekkige integratie- te lijf te kunnen gaan.
Voor de visieloze strateeg Chirac weegt machtspolitiek blijkbaar zwaarder dan het partij- en het landsbelang. Dat zullen de kiezers hem in juni dit jaar -bij de verkiezingen voor het Europees Parlement- niet in dank afnemen.