Schelpdierbanken brengen plant en dier terug in de Noordzee
Het aantal dier- en plantensoorten in de Noordzee is afgelopen eeuw enorm afgenomen, stellen natuurorganisaties ARK en het Wereld Natuur Fonds. Het leven in de Noordzee moet weer terugkomen, vinden ze. Mossel- en platte-oesterbanken kunnen daar volgens hen voor zorgen. In de Haringvlietdelta zijn ze daarom met onderzoek begonnen.
Een paar honderd meter voor de Tweede Maasvlakte is de Neeltje Jans voor anker gegaan. De voormalig Noordzeeboomkotter deint licht. Kleine golven slaan zacht tegen het 38 meter lange schip. Petra Souwerbren, directeur van natuurorganisatie ARK, en Johan van de Gronden, directeur van het Wereld Natuur Fonds, hangen over de reling met in hun handen een krat met negen platte oesters. Voorzichtig pakt een duiker in een oranje speedboot de krat van hen over.
De overhandiging is de start van het praktisch onderzoek naar mosselen en platte oesters. De natuurorganisaties willen weten of ze het leven in de Noordzee kunnen terugbrengen, en of beestjes het er überhaupt zelf redden.
Een paar meter van het schip gaat de duiker het water in. Behendig legt hij de oesters in een proefopstelling, 5 meter onder het wateroppervlak.
Schelpdieren in de Noordzee uitzetten is erg belangrijk, benadrukt Karel van den Wijngaard, leider van het project bij ARK. „De Noordzee bestond ooit voor 20 procent uit schelpdierbanken, maar daar is bijna niets meer van over. Wereldwijd is zelfs 85 procent van de schelpdierbanken verdwenen”, rekent hij voor.
Met de schelpdierbanken verdween volgens hem ook veel van het andere leven in de zee. De bodem van de Noordzee is nu zo kaal als een woestijn, zegt hij.
Overbevissing
Het schip schommelt flink op de golven, terwijl Van den Wijngaard aan het woord is. Overbevissing is volgens hem een belangrijke oorzaak van de enorme afname van het aantal schelpdierbanken. Maar ook ziektes onder de dieren droegen eraan bij, net als verslechtering van de waterkwaliteit. Hij beklemtoont dat de Nederlandse platte oester zelfs bijna niet meer voorkomt. In de Noordzee leven nog wel Japanse oesters, maar die zijn vlijmscherp en voor veel vogels lastig te eten.
Er zijn nog maar een paar oesterbanken in de Noordzee, vertelt Van den Wijngaard. En daar leven volgens hem ook heel bijzondere planten en dieren. Hij start in de kantine van de Neeltje Jans een filmpje dat roze anemonen, met lange, golvende slierten, laat zien. Dan komen er roze koralen in beeld. Vervolgens schieten er bijzondere vissen tevoorschijn. „Dit is waar we naartoe willen”, zegt de projectleider. De kijkers zijn onder de indruk. „Dit lijken de riffen van Curaçao wel”, reageert een van hen verbaasd.
„Bij schelpdierbanken komt, in vergelijking met zandbanken, twee keer zo veel leven voor”, vertelt WNF-directeur Van de Gronden later op het dek. „Haaien, roggen, inktvissen, garnalen, zachte koralen”, somt hij op, „ze komen er allemaal op af.”
Ook Van de Gronden benadrukt hoe belangrijk het is dat al deze dieren terugkeren in de Noordzee. „In vergelijking met honderd jaar geleden leeft er nog maar 15 procent van de soortenrijkdom in de Noordzee.” In een Europees rapport over de natuurstaat in het Nederlandse deel van de Noordzee staat ons land volgens hem zelfs op de op een na laatste plaats, na Malta.
Het is inmiddels flink gaan waaien op zee. Regelmatig klotst er een grote golf water over de reling. Tijd om naar de wal terug te keren.
Unieke vondst
In de scheepskantine legt Van den Wijngaard uit hoe het project wordt aangepakt. De eerste stap was het zoeken naar twee goede proeflocaties. „De stroming moet precies goed zijn, anders drijven de schelpdieren af of worden ze bedekt onder een laag sediment.”
Die proeflocaties hebben ze inmiddels gevonden en ingericht. En dat het de goede locaties zijn, zagen ze op een bijzondere manier bevestigd. „Op een van de proeflocaties hebben we toevallig een platte-oesterbank ontdekt”, vertelt Van den Wijngaard trots. Een unieke vondst, benadrukt hij, omdat er nog maar zo weinig zijn.
Op een scherm laat hij een schematische tekening van de opstelling zien. Drie metalen tafels, waar 36 kooitjes met mosselen en platte oesters in passen. Eromheen liggen betonnen ballen met gaten. Die moeten bescherming bieden tegen stroming, en moeten andere dieren aantrekken.
Van den Wijngaard en zijn team zijn nu bezig de oesters en mosselen naar de proeflocaties te brengen, vertelt hij. Als de dieren op hun plaats liggen, gaan ze onderzoeken of ze groeien, of ze overleven en of ze zich voortplanten.
Het hele project wordt in 2018 geëvalueerd. Als de onderzoeksresultaten goed zijn, worden er op termijn op tientallen plekken in de Noordzee schelpdierbanken ingericht.
„Enorme klap”
Het schelpdieronderzoek is onderdeel van een groot project in de Haringvlietdelta, het Droomfondsproject Haringvliet. Het speelt in op het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen, in 2018. Er ontstaat dan een open verbinding tussen het Haringvliet en de Noordzee. Vissen kunnen dan naar zee en terug zwemmen. En het water in de delta wordt brak – wat ook allerlei planten en dieren aantrekt.
De Haringvlietdelta heeft er vroeger ook altijd zo uit gezien, vertelt Van den Wijngaard. Tot 1971. Toen waren de Haringvlietsluizen gebouwd om Nederland tegen overstromingen te beschermen. „Dat was een enorme klap voor de natuur”, benadrukt hij.
De Haringvlietdelta was voor die tijd een enorm belangrijke plek voor vissen, vertelt Van den Wijngaard. „Het is de riviermonding van de Rijn, de Schelde en de Maas – vis kon makkelijk naar zee trekken en weer terug”, zegt hij. De delta ligt ook op een belangrijke vogelroute, vertelt hij. „Vogels op trektocht uit het noorden en zuiden streken hier neer.” Vogels komen er volgens hem nog steeds, maar wel veel minder dan vroeger.
De onderzoekers willen dat straks trekvissen zoals de zalm, de paling en de zeeforel, de delta aandoen. Het uitzetten, kweken en onderzoeken van de steur is ook een van de doelstellingen. Met de visserijsector moeten goede afspraken worden gemaakt over bevissing van het gebied. Behalve ARK en WNF zijn nog vier natuurorganisaties bij het Droomfondsproject betrokken. De Nationale Postcodeloterij is een grote sponsor.
WNF-directeur Van de Gronde voorspelt: „De 21e eeuw wordt de eeuw van het natuurherstel. We gaan terug naar de overvloed die we hier duizenden jaren gehad hebben.”