Nederlands Bijbelgenootschap presenteert uitleg over klemtoon in Bijbelse namen
HAARLEM. Lees geen ”Kandasee”, ”Fílemon” of ”Seefas” meer, maar kándake, Filémon en Kéfas. Dat stelt het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) in een uitleg over hoe de klemtoon te leggen bij Bijbelse namen.
De toelichting is sinds woensdag te vinden op de website debijbel.nl. De uitleg is gebaseerd op onderzoek van het NBG en het Meertens Instituut, dat de Nederlandse taal en cultuur bestudeert, naar de vraag welke klemtoon lezers het best kunnen gebruiken bij het voorlezen van Bijbelse namen.
Bij beide instellingen leefde eind 2011 de vraag of er tussen het noorden en het zuiden van Nederland en de tussen diverse denominaties bij het voorlezen van Bijbelse namen verschillen bestaan in de beklemtoning, vertelt dr. Rieuwerd Buitenwerf. Hij is directeur van het Nederlands Bijbelgenootschap, dat onder meer verantwoordelijk is voor De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV).
„Dat onderzoek is uitgebreid tot een breed onderzoek naar alle Bijbelse namen. Daarvan zijn er 3500. Bij 1900 namen bestaan er verschillen in de beklemtoning bij het voorlezen. We hebben telkens lijsten van honderd namen naar een breed publiek gestuurd, Bijbellezers en niet-Bijbellezers. Gemiddeld hadden we 550 respondenten per lijst.”
Hoe hebben vertalingen invloed gehad op de uitspraak? Neem Céfas in de Statenvertaling of Kéfas in de Herziene Statenvertaling en de NBV.
„Dat is een mooi voorbeeld van de ontwikkeling die Bijbelse namen vaak hebben doorgemaakt. Kefas is een Aramese naam uit Griekse tekst, die via de Latijnse vertaling, de Vulgata, de Nederlandse vertalingen is binnengekomen. In de Statenvertaling van 1637 staat er Céphas. En in het Nederlands spreek je ”ce” uit als sè of sé.
Hebreeuwse namen maakten soms nog een extra vertaalslag door, namelijk van het Hebreeuws via het Grieks naar het Latijn en Nederlands. De Hebreeuwse uitspraak van Ábraham is Avraháam, zoals in de NBV-Tenacheditie staat.”
Hoe ging u ermee om als de meerderheid koos voor een ongebruikelijke uitspraak, of er geen duidelijke meerderheid was?
„We hebben 68 moeilijke gevallen ook nog voorgelegd aan 46 wetenschappers, meest theologen. In de meeste gevallen kozen we toch voor de klemtoon die in de kerkelijke tradities gebruikelijk is.
Neem Mattias (Hand. 1:23). De uitslag voor Máttias of Mattías was fiftyfifty. In dit geval hebben wij voor Mattías gekozen. Let wel: wij schrijven niets voor, we geven slechts een advies.”
Wat werd de uitkomst bij Candacé (Hand. 8:27), Filemon en andere twijfelgevallen?
„Wij hebben voor ”kándake” gekozen omdat dit vreemde woord zo onvertaald in het Grieks staat. De meeste respondenten stemden voor Fílemon, maar wij hebben in lijn van de kerkelijke traditie tot Filémon besloten. Voor Batséba en niet voor Bátseba, en voor Epífanes en niet voor Epifánes.”