Kerk & religie

Onderscheid ”evangelisch” en ”gereformeerd” niet bevredigend

AMSTERDAM. De onderscheiding tussen de begrippen evangelischen en gereformeerden op basis van kerkgenootschappen is niet altijd bevredigend.

Redactie kerk
31 March 2016 14:47Gewijzigd op 16 November 2020 02:33
Het verschil tussen de begrippen evangelisch en gereformeerd blijkt soms onhelder. beeld Fotolia
Het verschil tussen de begrippen evangelisch en gereformeerd blijkt soms onhelder. beeld Fotolia

Dat schrijft Mirjam Hofman in een artikel over Nederlandse protestanten in het laatste nummer van het Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis. Hofman is assistent-in-opleiding namens de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Hofman gaat in op een definitie over evangelicalisme van de Britse historicus David Bebbington. Veel godsdienstsociologen maken daarvan gebruik. Hij stelt dat een evangelicale beweging zich kenmerkt door vier factoren, te weten: ”conversionism” (het accent op de noodzaak van de persoonlijke bekering), ”biblicism” (Bijbelgetrouwheid), ”crucicentrism” (Christus’ verzoenend werk staat centraal), en ”activism” (activisme).

Hofman stelt dat bepaalde allianties van evangelische en gereformeerde protestanten in Nederland geduid kunnen worden aan de hand van Bebbingtons definitie van evangelicalisme. Zijn definitie brengt scheiding aan tussen de vier genoemde groepen, en orthodoxe groepen die van deze vier karakteristieken het kenmerk ”activism” missen, „doordat heilszekerheid bij hen niet vanzelfsprekend de norm is.”

Grenzen

Met deze afbakening worden volgens Hofman de grenzen tussen diverse protestantse denominaties overschreden. „In Nederland verwijst ”evangelisch” vaak naar een afgebakende groep zoals de baptisten of de Vergadering van Gelovigen. Tegenover evangelischen staan dan gereformeerden, die bij voorbeeld lid zijn van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, de Christelijke Gereformeerde Kerken of de Gereformeerde Gemeenten.”

Die laatste onderscheiding op basis van kerkgenootschappen is echter niet altijd bevredigend. „Sommige gereformeerden kunnen prima met evangelischen samenwerken in organisaties zoals de Evangelische Omroep of de ChristenUnie. Andere gereformeerden, die bovendien lid kunnen zijn van dezelfde kerkgenootschappen als de gereformeerden die participeren in de Evangelische Omroep en de ChristenUnie, voelen zich meer thuis bij het Reformatorisch Dagblad en de Staatkundig Gereformeerde Partij, waar gereformeerden uit verschillende kerkgenootschappen zich verzamelen.”

Bevindelijk gereformeerden

Kerkgrenzen schieten hier tekort, stelt Hofman. Daarom wordt voor die laatste groep ook de term bevindelijk gereformeerden gebruikt. Zij onderscheiden zich, in Hofmans visie, door hun overtuiging dat het persoonlijk geloof wel van ieder wordt geëist, maar niet door allen wordt ontvangen.

De bevindelijk gereformeerde verlegenheid rondom de persoonlijke toe-eigening van het heil zorgt ervoor dat deze groep buiten Bebbingtons definitie van evangelicalisme valt. Het zou naar de mening van Hofman de moeite waard zijn om na te gaan of de orthodox gereformeerden, die niet als bevindelijk gereformeerden te boek staan maar wel samenwerken met Nederlandse evangelischen, op zijn bebbingtoniaans aangeduid kunnen worden als evangelicals, samen met hun evangelische partners.


Lees ook

De ene evangelical is de andere niet, Reformatorisch Dagblad (26 november 2015 )

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer