Het Openbaar Ministerie (OM) had twee weken geleden vier maanden celstraf tegen Holleeder geëist. Omdat hij ten tijde van de bedreiging in zijn proeftijd van zijn vervroegde vrijlating zat, wilde het OM dat hij daar nog een jaar voor zou worden vastgezet. Het hof legde uiteindelijk twee jaar meer op.

Holleeder kreeg vorig jaar van de rechtbank 46 dagen cel voor de bedreiging van De Vries. Ook vond de rechtbank dat hij negentig dagen moest uitzitten van de oude straf van negen jaar, die hij in 2009 kreeg opgelegd voor afpersing.

Volgens het hof doet die straf - waartegen het OM in beroep ging - ,onvoldoende recht’ aan de ernst van de zaak. ,De Vries is in april 2013 ‘s avonds laat bij zijn woning bedreigd. Dat was niet alleen zeer intimiderend, maar temeer laakbaar omdat het in de privé-sfeer gebeurde’, vindt het hof. Dat rekende het Holleeder in de uitspraak zwaar aan dat hij in zijn proeftijd opnieuw over de schreef is gegaan.

Het hof benadrukte daarbij dat aan de voorwaardelijke invrijheidstelling strenge regels zijn verbonden. Bij overtreding geldt in principe dat een straf alsnog geheel moet worden ondergaan, tenzij dat ,disproportioneel’ is. In het geval van de bedreiging van De Vries is daarvan geen sprake, aldus het hof.

Holleeder zelf noch zijn advocaat was woensdag aanwezig bij de uitspraak, die voor de Amsterdamse ‘topcrimineel’ nog allerminst een eindstation is. Het OM vervolgt hem voor zijn vermeende rol bij verschillende geruchtmakende criminele afrekeningen, waaronder die met Cor van Hout (2003), vastgoedmagnaat Willem Endstra (2004), Kees Houtman (2005), John Mieremet (2005) en Thomas van der Bijl (2006). Dat proces is vorig jaar van start gegaan.