Tijdens dat debat haalde hij ook uit naar D66. Die partij moet stoppen met het “bashen” van minderheden, betoogde Buma, verwijzend naar voorstellen van D66 om christelijke elementen uit de wetgeving te halen.

D66-leider Pechtold reageerde als door een wesp gestoken. „Wij houden altijd rekening met minderheden, en wij werken altijd met hen samen, ook met christenen.” Pechtold stelde dat Buma „een groot probleem heeft” als hij de strijd tegen terreur op één lijn zet met het afschaffen van de Zondagswet.

„In onze samenleving moet je rekening houden met minderheden”, vervolgde Buma daarop zijn betoog. „D66 doet niets anders dan het tegenovergestelde.” Hij raadde de partij aan om „andere vijanden te zoeken dan hen die in Nederland nog een aantal tradities levend willen houden.”

Pechtold riep Buma vervolgens op „met meer respect naar andere politieke uitingen te luisteren.” Hij stelde dat zijn partij „onze levenswijze nooit opdringt aan anderen, maar juist vrijheid creëert voor mensen om zelf te kiezen, bijvoorbeeld of ze op zondag naar de kerk gaan of naar het bos.” En, sneerde hij, „dat is vanuit veel geloven de afgelopen decennia wel anders geweest.”