Overijssel wil vossen afschieten tot 15 juli
Het provincie-bestuur van Overijssel heeft de Raad van State toestemming gevraagd voor het laten afschieten van vossen tot 15 juli. Milieu-organisatie De Faunabescherming verzet zich daartegen.
Met het afschieten van vossen denkt het provinciebestuur de achteruitgang van de weidevogelstand te stoppen. Harde wetenschappelijke bewijzen dat vossen de veroorzakers zijn van het in snel tempo afnemen van bijvoorbeeld het aantal korhoenders zijn er niet, zo erkenden Gedeputeerde Staten donderdag tijdens een rechtszitting in Den Haag. Maar de provincie vindt het aannemelijk, aldus twee woordvoerders, dat het huidige lage aantal weidevogels te wijten is aan een toenemend aantal vossen. Overijssel heeft geen zin te wachten op de uitkomst van een meerjarig onderzoek dat momenteel wordt uitgevoerd naar de relatie tussen vos en weidevogel.
De rechtbank in Zwolle greep onlangs in in het afschotbeleid van de provincie. In een beroepszaak van De Faunabescherming besliste zij dat er in Overijssel tot 1 juni op vossen mag worden gejaagd. De provincie voerde gisteren bij de Raad van State een beroepszaak om de termijn verlengd te krijgen tot 15 juli. Dan eindigt het broedseizoen.
De Faunabescherming is het evenmin eens met de uitspraak van de Zwolse rechtbank, maar stelde geen hoger beroep in. De stichting is geen tegenstander van het incidenteel afschieten van vossen, maar dan moet wel onomstotelijk vaststaan dat de vos de boosdoener is, vindt plaatsvervangend voorzitter Harm Niesen van De Faunabescherming. Volgens De Faunabescherming is de achteruitgang van de weidevogels vooral te wijten aan intensievere landbouwmethoden.
De Zwolse rechtbank bleek ook voorstander van beperking van de vossenjacht, maar gaf de provincie Overijssel desondanks toestemming om vergunningen te verstrekken die lopen tot 31 mei.