Postbode zoekt tevergeefs naar ”mijnheer Huppeldepup”
NIEUWLEUSEN. Brieven sturen naar niet-bestaande mensen op verzonnen adressen in alle hoofdsteden van de wereld. Nico Pannekoek uit het Overijsselse Nieuwleusen deed het. Puur om te kijken of de post retour zou komen. Het leverde een bijzondere collectie op.
Het overgrote deel van de enveloppen kwam terug op zijn toenmalige adres in Bovensmilde. Zelfs uit de meest vage landjes ontving hij retourpost, met daarop grote pijlen en stempels.
Pannekoek lachte er smakelijk om. De tientallen enveloppen verdwenen in een koffer die sindsdien op zolder stond. Tot vorige maand. Toen liet Pannekoek zijn collectie uit 1982 zien aan een kennis die postzegels verzamelt. „Daar moet je wat mee doen. Je moet het rubriceren en in mappen doen”, zei z’n kennis.
Pannekoek volgde dit advies op. Daardoor heeft hij nu twee speciaal ervoor gemaakte boekwerken vol brieven die uit alle windstreken retour kwamen. „Ik weet zeker dat ik de enige ben die dit heeft. Waarom ik dat toen deed? Gewoon voor de lol.”
Record uit Angola
Achter op elke teruggekeerde envelop schreef de Nieuwleusenaar nauwgezet hoelang deze onderweg was geweest. Het record was een schrijven dat hij naar Angola stuurde: na 895 dagen lag de envelop weer op zijn deurmat.
Van de 168 brieven kwamen er 117 stuks, 69 procent, terug. „Best een aardige score”, vindt Pannekoek. De gemiddelde reistijd van teruggekeerde enveloppen was 113 dagen. Luxemburg had het record. Binnen zes dagen was de envelop retour afzender.
Een brief naar een verzonnen adres in Amsterdam zwierf twaalf dagen rond. De enveloppen waren allemaal gevuld met blanco papiertjes. „De postbode moest het gevoel hebben dat er wat in zat.”
Pannekoek verzon niet alleen niet-bestaande adressen in hoofdsteden van alle landen, hij toonde zich ook creatief in het verzinnen van namen. Mijnheer F. Huppeldepup aan de Breznjev Allee in Moskou kreeg post, maar ook L. Reclamestunt in Fiji ontving een envelop. Monseigneur Vetkuif in Vaticaanstad mocht eveneens rekenen op een blanco brief. Namen als Warhoofd, Toverstok, Mafketel, Bofkont, of Flapuit, Pannekoek verzon ze.
„Twee criteria waren belangrijk: voldoende frankeren en de stad en het land moesten kloppen. Ook plakte ik er vaak Surinaamse zegels op, die ik aan een reis had overgehouden, naast de 90 cent die nodig was.”
De allereerste brief naar een niet-bestaand adres stuurde hij in 1971. Mijnheer Jelle Boonstra was de gelukkige. Hij moest wonen op het Rode Plein 60, twee hoog in Moskou. Die brief kwam terug, vol met rode stempels dat de Sovjetbeambten de geadresseerde niet konden traceren.
„Pas in 1982 besloot ik het weer te doen, maar wel structureel. Ik pakte een gezinsatlas en kruiste alle toenmalige 168 landen aan. Ze kregen tussen juli en september 1982 allemaal een brief.”
Fascinatie voor post
De Nieuwleusenaar is gefascineerd door post. Hij runt al sinds 1992 een eigen postbedrijf, Streekpost Pannekoek. „Ik weet niet hoe het kan dat ik zo van post houd. Mijn vader verzamelde postzegels; dat zou een aanknopingspunt kunnen zijn.”
Wat er met die gekke collectie met wereldpost moet gebeuren? „Geen idee. Mensen mogen het wel zien, maar ik ga niet exposeren.”
Ondertussen zijn er aardig wat landen bijgekomen. Het zijn er nu 195. Pannekoek zou zijn actie opnieuw kunnen uitvoeren. „Ik denk niet dat ik dat doe. Het is mooi geweest.”