Pourquoi in Brussel, waarom op Goede Vrijdag
Namen: Brussel. Zaventem. Maalbeek. Woorden: haat, liefde, vrede. Waarom?
Een Brusselse muur werd na de gruwelijke aanslagen van dinsdag op het vliegveld Zaventem en metrostation Maalbeek in de Belgische hoofdstad zomaar een monument. Mensen schreven erop wat ze voelden.
Over liefde die blijft.
En dat het verkeerd is te haten.
En over Jezus, de Koning van de vrede.
Daartussen dat ene woord: ”Pourquoi”? Waarom?
De muur werd een monument. En doet op deze Goede Vrijdag, waarop christenen het lijden en sterven van Jezus Christus gedenken, ook denken aan een pastoraal gesprek.
Een gesprek waarin geluisterd wordt. Dat allereerst en dat vooral. Waarin mensen hun vertwijfeling, hun verdriet, hun vragen mogen uitspreken. Waarin de pastor de pastorant laat uitpraten. Niet ingrijpt. En de vraagtekens vooral niet snel rechttrekt tot uitroeptekens.
Ook niet dat vraagteken achter dat ene Franse woord: ”Pourquoi?” Waarom?
Op Goede Vrijdag klonk dit woord trouwens ook. Op Golgotha: „Waarom hebt Gij Mij verlaten?” Een vraag gesteld door Christus Zelf. En ook op Golgotha bleef de vraag staan. Was het juist deze vraag van de Zoon aan de Vader die de onpeilbare diepte van het lijden van Christus verwoordde.
Waarom die tientallen doden bij de aanslag in Brussel? Waarom die ontreddering, die onzekerheid, de pijn en het verdriet?
Mensen die schreven op deze muur, schreven onderaan óók dat ene zinnetje: „Jezus redt, Koning van vrede.”
Een preek is het. Maar wel een die de vragen niet wegduwt.
Een preek die geen antwoord is, maar een belijdenis. Want juist op Goede Vrijdag is de Man van smarten de Vredevorst.
Omdat na de waaromvraag ook dat andere woord klinkt op Golgotha: Volbrácht!