Toen chippioniers Robert Noyce en Gordon Moore in 1968 Intel oprichtten, was Grove hun eerste werknemer. Vanaf 1979 was hij als bestuurder bij het bedrijf betrokken en in 1987 werd hij de hoogste baas. Van 1997 tot aan zijn pensionering in 2005 was hij voorzitter, een rol die te vergelijken is met die van de president-commissaris bij veel Nederlandse bedrijven.

Onder leiding van Grove verlegde Intel zijn werkterrein van geheugenchips naar rekenchips. Daarmee legde hij de basis voor het succes van de onderneming, die in het pc-tijdperk uitgroeide tot de absolute marktleider op het gebied van microprocessoren. De omzet ging in die jaren omhoog van 1,9 miljard naar meer dan 26 miljard dollar per jaar en de merknaam Intel werd bij een breed publiek bekend.

Grove wordt daarnaast beschouwd als de man die veel knappe koppen in Silicon Valley leerde hoe zij geld konden verdienen met hun technologische vondsten. Hij gold als een mentor voor onder meer wijlen Steve Jobs (Apple), Larry Ellisson (Oracle) en Mark Zuckerberg (Facebook).

„Hij was een van de reuzen van de technologiewereld”, twitterde huidig topman Tim Cook van Apple in een reactie op de dood van Grove, een geboren Hongaar die in de jaren vijftig de communistische repressie in zijn vaderland ontvluchtte. „Hij hield van ons land en belichaamde Amerika op zijn best.” Satya Nadella, de hoogste baas van Microsoft roemde hem als „een pionier, een leider en een groots leraar.”