Obama komt, maar Cuba blijft de baas
HAVANA. Het bezoek van de Amerikaanse president aan Cuba is zeker historisch. Maar alle voorzichtige veranderingen ten spijt, maakt Havana op alle mogelijke manieren duidelijk dat het de touwtjes strak in handen houdt.
Zondagmiddag landde Obama, in gezelschap van first lady Michelle en dochters Sasha en Malia, op de luchthaven van Havana. Maandag is het officiële programma begonnen. Sinds 1928 bracht geen Amerikaanse president meer een bezoek aan het Caraïbische eiland. En nadat Fidel Castro in 1959 aan de macht was gekomen, waren de relaties tientallen jaren ronduit vijandig.
De afgelopen maanden zijn de betrekkingen tussen beide landen echter voorzichtig verbeterd. Onlangs werd de Amerikaanse ambassade in Havana heropend. De Cubaanse vertegenwoordiging in Washington ging vorig jaar zomer al open.
Ook in het communistische Cuba zelf gaan de luiken inmiddels iets meer open. Zo mogen burgers sinds 2008 private bedrijfjes opzetten. Obama dineerde zondagavond dan ook in een restaurant dat in particuliere handen is. Sinds vorig jaar is de aanschaf van nieuwe auto’s toegestaan. Dat zal grote gevolgen voor het straatbeeld krijgen, dat nu nog door kleurige oldtimers wordt gedomineerd.
Ondanks de bescheiden veranderingen laat het Cubaanse regime er geen onduidelijkheid over bestaan wie op het eiland de baas is. Terwijl Obama nog onderweg was, arresteerde de Cubaanse politie tientallen betogers in Havana.
Wekelijks heeft in de Cubaanse hoofdstad de mars van de prominente oppositiegroep Dames in het Wit plaats. De tocht van zondag werd gezien als een belangrijke test voor de mate van tolerantie van de autoriteiten tijdens het Amerikaanse presidentiële bezoek. Daarover dus geen misverstand.
Tekenend was ook dat Obama bij aankomst niet door zijn ambtgenoot Raul Castro werd ontvangen. Deze stuurde zijn minister van Buitenlandse Zaken, Bruno Rodriquez, om de honneurs waar te nemen. Eerder ontving Castro paus Franciscus en de Franse president Hollande wel persoonlijk.
De Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump sprong daar zondag direct op in. Op Twitter verweet hij Castro „geen respect” voor Obama te tonen. Trump is een verklaard tegenstander van de toenadering tussen Cuba en de Verenigde Staten.
Maandag ontmoeten beide staatshoofden elkaar wél. Obama staat daarbij voor de uitdaging om enerzijds de nieuwe relatie met Cuba verder te versterken en tegelijkertijd zijn bezorgdheid uit te spreken over mensenrechtenschendingen en de beperking van de vrijheid van meningsuiting.
Dinsdag spreekt Obama het Cubaanse volk toe. Tevens ontmoet hij op de Amerikaanse ambassade een tiental dissidenten. Dat zal opnieuw een test zijn voor de manier waarop het Cubaanse regime met tegengeluiden omgaat.
Vooralsnog hebben de autoriteiten zo veel mogelijk geprobeerd rare verrassingen tijdens het presidentiële bezoek uit te sluiten. Winkels in de oude stad van Havana, waar Obama zondagavond een wandeling maakte, moesten gesloten blijven. Bedelaars en prostitués werden van de straat geplukt. En delen van de stad kregen een opknapbeurt. Ook dat is tekenend voor de mate van controle door het regime.
De Cubaanse dissident Elizardo Sanchez is dan ook sceptisch. „Wat de regering geeft, kan ze elk moment weer afnemen. We hebben hervormingen en andere wetten nodig. Dat zal pas echte verandering teweegbrengen.”