HHK-militairen: Beroep heeft indringend karakter
SCHAARSBERGEN. Ruud en Karin Smeehuijzen krijgen in juni 2007 bericht dat hun zoon Timo in Afghanistan door een bomaanslag om het leven is gekomen. „Het drong niet tot me door”, vertelde Ruud Smeehuijzen zaterdag. „Mijn eerste reactie was: „Dat kan niet.” Want ik had mijn zoon de dag daarvoor nog aan de telefoon gesproken.”
De werkgroep militairen van de Hersteld Hervormde Kerk hield zaterdag in Schaarsbergen zijn jaarlijkse contactdag. Het thema was: ”Je man, zoon of dochter zal maar militair zijn…”.
In zijn openingswoord over de geestelijke wapenrusting wees oud-legerpredikant ds. J. den Boer op het indringende karakter van het militaire beroep. „Een militair moet soms onze veiligheid verdedigen met inzet van zijn eigen leven. Zonder training en uitrusting gaat geen militair op missie. De geestelijke strijd kan niet zonder geestelijke wapenrusting.”
Gastspreker was Ruud Smeehuijzen, die tegenover zo’n dertig belangstellenden verslag deed van de gebeurtenissen rond het sneuvelen van zijn zoon. Timo Smeehuijzen, soldaat eerste klasse bij het 42e bataljon Limburgse Jagers, kwam in juni 2007 om bij een aanslag in Afghanistan.
De aanslag is vastgelegd op video, omdat een collega van Smeehuijzen op het moment van de aanslag aan het filmen was. In het videofragment komt Timo Smeehuijzen kort voor de aanslag ook in beeld. Enkele ogenblikken later slaat een zelfmoordenaar toe. Behalve Smeehuijzen komen er bij de aanslag enkele Afghaanse kinderen om.
Smeehuijzen senior vertelde zaterdag dat hij in zijn jeugd rooms-katholieke kerkdiensten bezocht, maar nooit in de Bijbel las. Vanaf 1981 begon Smeehuijzen „geestelijke ervaringen” te krijgen en voelde hij zich door God „aangeraakt”, hoewel hij God niet kende.
Toen Smeehuijzen eens op zijn geestelijke zoektocht het evangelie van Johannes las, sprak hem dat wel aan, maar God bleef voor hem een onbekende. Dat werd anders na het sneuvelen van zijn zoon Timo. Bij de verwerking van het verlies kreeg hij vanuit de Bijbel antwoorden op zijn vragen over het kwaad en de oorsprong van de zonde. De preken in een christelijke gemeente fungeerden voor hem als wegwijzers. Zijn vrouw kon deze veranderingen niet meemaken; een scheiding volgde.
Smeehuijzen vertelde van zijn bezoeken aan het dorp waar de aanslag plaatsvond. Hij sprak met Afghaanse ouders wier kinderen bij de aanslag waren omgekomen. De Afghanen waren ontroerd dat Nederlanders die zelf hun kind hadden verloren, hun deelneming betuigden. Smeehuijzen is actief voor de stichting Save the Children, die de lokale school steunt.
Tijdens de vragenronde ging het over de verhouding tussen Nederlanders en Afghanen. Smeehuijzen verwees naar het videofragment, waarop duidelijk zichtbaar is dat de Nederlandse militairen op vriendschappelijke wijze omgingen met Afghaanse kinderen.