Driekwart Nederlanders voor medisch kloneren
Driekwart van de Nederlanders is vóór medisch kloneren, zo blijkt uit onderzoek waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in het jongste nummer van het weekblad Intermediair.
De enquête, uitgevoerd door onderzoeksbureau TNS NIPO door een representatieve steekproef onder 425 volwassen Nederlanders, toont aan dat bijna iedereen (92 procent) nu een standpunt heeft over medisch kloneren. In 1999 was dat nog maar 72 procent. Een andere uitkomst is dat de meeste Nederlanders (56 procent) zich in het buitenland zouden laten behandelen als medisch kloneren in eigen land verboden zou zijn.
Aanleiding voor het onderzoek was het nieuws, vorige maand, dat Zuid-Koreaanse onderzoekers hebben bewezen dat medisch kloneren in principe mogelijk is.
Het ’voordeel’ van medisch kloneren is volgens wetenschappers dat mensen kunnen beschikken over lichaamseigen celmateriaal dat bij transplantatie niet wordt afgestoten. Over de toelaatbaarheid van medisch kloneren woedt momenteel een wereldwijde strijd. Voorstanders vinden dat de belofte van behandelingen tegen vele ernstige ziekten opweegt tegen het gebruik van minuscule embryo’s. Tegenstanders menen dat menselijke embryo’s, hoe klein ook, niet mogen worden gedood. Nederland lijkt internationaal tot nu toe een voorzichtig voorstander van medisch kloneren. Met een permanent verbod zou ons land zich scharen onder tegenstanders als de Verenigde Staten, Duitsland en Italië.
In Intermediair stelt CDA-kamerlid Ormel dat zijn partij volgend jaar, bij de evaluatie van de Embryowet, zal proberen medisch kloneren permanent te verbieden. Nu geldt in Nederland slechts een moratorium, dat op grond van de zogeheten Embryowet uiterlijk in 2007 moet worden opgeheven. In hun regeerakkoord spraken CDA, VVD en D66 af op dit punt geen initiatieven te ondernemen.