Legerkampen VS in Irak van alle luxe voorzien
Verse aardbeien uit Californië. Trainen op de hometrainer met op de achtergrond rapmuziek. Gratis internet. Basketbalvelden en cappuccinobars. De leefomstandigheden op Amerikaanse legerbases in Irak vormen een wereld van verschil met die van een jaar geleden.
Tijdens de oorlog en de maanden erna bestond het menu voor de Amerikaanse soldaten in Irak uit niets anders dan de smakeloze ”mre’s”, oftewel de voorverpakte militaire maaltijden, en water uit flessen. Ze sliepen in volgepakte bloedhete tenten of op de koude woestijngrond.
Nu zij zich klaarmaken voor een lang verblijf om Irak er ook na de machtsoverdracht van 30 juni bovenop te helpen, is het leven van de soldaten aanzienlijk verbeterd. De wereld buiten de afrasteringen van de bases mag dan nog net zo gevaarlijk zijn als vorig jaar, daarbinnen wordt het steeds beter vertoeven. Met smakelijker eten, meer bezigheden voor de vrije tijd en comfortabele verblijven.
„We proberen het zo veel mogelijk op thuis te laten lijken”, zegt Sylvester Moore, toezichthouder van de enorme eetzaal van Camp Warhorse in de provincie Diyala, ten noorden van Bagdad. Ondanks de moeilijke omstandigheden voor de aanvoer van bevoorradingen, bestaan de ongeveer 10.000 maaltijden die dagelijks worden geserveerd uit onder meer steak uit Australië, garnalen uit de Verenigde Staten en ijs uit Nederland. De ontbijtbuffetten doen die van luxe hotels in het niet vallen en zijn onder meer voorzien van „knapperige bacon op z’n Amerikaans, en niet de dikke, zoute Europese variant”, aldus Moore.
„Ze zeiden dat we alleen mre’s kregen, maar het eten is hier beter dan in Duitsland”, zegt Angel Lopez, naar Irak gekomen vanaf een Amerikaanse legerbasis in Duitsland. Hij heeft net wat e-mails verstuurd naar vrienden in Texas. De internetruimte bevindt zich in een hangar waar voorheen de parachutisten van Saddam Hussein werden getraind. Daar kan ook worden gebeld, voor 5 dollarcent per minuut.
In de hangar zijn ook een goed uitgeruste gymzaal en een televisie- en spelhal te vinden. Verder is er een bazaar waar Irakezen tapijten, dvd’s en schilderijen met woestijntaferelen verkopen. Er is zelfs een schilder die familieportretten namaakt van foto’s.
„Ze zitten hier in een situatie van leven of dood, dus het is goed dat ze wat ruimte hebben om zich te ontspannen”, zegt Twanda Pressey, die verantwoordelijk is voor de moraal en het welzijn van de militairen. Hij vertelt de soldaten dat zij hun uitzending naar Irak, die een jaar minus vijftien dagen vakantie duurt, beter kunnen zien als een tijdelijk verblijf dan als een missie.
Het ’huis’ van de militairen is een constructie in de vorm van een doos, voorzien van airconditioning. Zandzakken tegen de muren dienen ter bescherming tegen raketinslagen. De onderkomens worden meestal door drie soldaten gedeeld. Sommige hebben een schotelantenne op het dak staan.
Niet alle soldaten in Irak hebben het zo goed als hun collega’s in Camp Warhorse. Een ongeschreven regel binnen het leger is: hoe verder je van het hoofdkwartier verwijderd bent, hoe eenvoudiger de omstandigheden. Toch zijn ook de ’buitenkampen’ voorzien van barakken met airco, warm eten en soms internet.
De soldaten zijn tevreden met de komst van particuliere bedrijven die wat taken hebben overgenomen. Werden de maaltijden in eerste instantie door collega’s op een dienblad gesmeten, nu worden de soldaten bediend door cateraars die Pakistanen, Indiërs en Filipijnen in dienst hebben. Irakezen mogen het werk uit veiligheidsoverwegingen niet doen.
Volgens de bevelhebber in Camp Warhorse, Dana Pittard, worden de omstandigheden op alle bases in Irak over het algemeen beter. De soldaten hopen dat een voorbeeld wordt genomen aan Kosovo, naar verluidt de absolute top voor uitgezonden militairen. Degenen die daar hebben gezeten halen met weemoed herinneringen op aan de bioscopen, het onderwijs op universitair niveau en de sandwichzaken die dag en nacht open zijn.