Bijbellezen als remedie tegen drugs
AMSTERDAM. Hasj roken, heroïne snuiven; de in Teheran geboren Bahman Granmayeh deed het vijftien jaar geleden vrijwel dagelijks. Nu wordt hij al misselijk zodra hij een wietlucht ruikt.
Het verbaast Iraniër Bahman Granmayeh (39) niets dat Amsterdam deze week werd uitgeroepen tot drugshoofdstad van Europa. „De stad staat bekend om zijn drugs; van heinde en ver komen mensen ervoor naar Amsterdam. Regelmatig maakt een toerist onder invloed van drugs een dodelijke sprong van een hoog gebouw. Ik maak me hierover zorgen. Drugs horen niet in een gezonde maatschappij.”
Op zijn zestiende experimenteert Granmayeh voor het eerst met verdovende middelen. Het begint met opium, later hasj. Tijdens zijn militaire dienstplicht snuift hij voor het eerst heroïne.
In 2000 vlucht de Iraniër naar Nederland. Al snel ziet hij de eerste coffeeshop vanbinnen. „Met een vriend ging ik erheen. Ik was nieuwsgierig en vond het ook wel stoer.” De nederwiet valt hem slecht, hij wordt er hyper van en raakt in paniek. Toch blijft het niet bij een enkel coffeeshopbezoek. „Ik ging door, wilde net als mijn vrienden gewoon tegen drugs kunnen.”
Granmayeh raakt verslaafd aan de verdovende middelen. „Op een gegeven moment gebruikte ik dagelijks, vaak samen met alcohol. Ik zat in een lange asielprocedure en maakte me zorgen om mijn toekomst. Ik gebruikte drugs om niet te hoeven piekeren.”
Aanvankelijk geeft de drugs het voor de Iraniër gewenste effect. „Zeker in het begin was het een lekker gevoel. Later kreeg ik allerlei negatieve gedachten. Uiteindelijk kwam ik bij een psychiater terecht. De medicijnen die hij voorschreef, hielpen echter niet.”
Het medicijn komt voor de moslim uit onverwachte hoek. Een vriend raadt hem aan de Bijbel te gaan lezen. Na lang aarzelen volgt hij zijn advies op. „Ik begon vanaf Mattheüs te lezen en kon niet meer stoppen. Vooral hoofdstuk 11 van dat Bijbelboek, waar ik las dat vermoeiden en belasten tot Jezus mogen komen om rust te ontvangen, raakte me diep. Toen is mijn journey met Hem begonnen. Van de ene op de andere dag ben ik met drugs gestopt. Een wonderlijke change.”
Zijn leven daarna gaat niet over rozen. In 2003 hoort hij dat hij geen verblijfsvergunning krijgt. Na jaren onzekerheid valt Granmayeh in 2007 onder het generaal pardon, zodat hij tóch in Nederland mag blijven. Een jaar later krijgt hij de woning in Amsterdam-Slotervaart, waar hij nog steeds woont. Studeren lukt hem echter niet. In 2011 overlijdt zijn vader. Twee jaar later loopt een langdurige relatie stuk. Ondanks deze crisismomenten blijft hij al die tijd van de drugs af.
De moeder, twee broers en zus van Granmayeh wonen nog in Teheran. Met hen belt hij regelmatig. De Iraniër denkt dat in zijn geboortestad nog meer verdovende middelen worden gebruikt dan in Amsterdam. „Vooral onder jongeren neemt het drugsgebruik er de laatste tien jaar flink toe. Ze gebruiken chemische pilletjes waarvan ik de naam niet weet. De jongeren hopen op een fijn gevoel. Sommigen gebruiken zelfs om af te vallen.”
Komt de Nederlandse hoofdstad ooit van zijn drugsimago af? Granmayeh: „Veel christenen bidden om een opwekking. God hoort deze gebeden en Hij werkt erdoor, ook in Amsterdam.”