Pensioenfonds ABP: veel beloven, weinig geven
Wie meent dat ABP een solide pensioenfonds is dat puur door het ECB-beleid in de problemen kwam, en wie dat koste wat het kost wil blijven geloven, die moet het jongste boek van Martin Pikaart vooral niet lezen.
Ieder ander die met ABP te maken heeft doet er goed aan ”Wanbeleid, Algemeen Burgerlijk” juist wel ter hand te nemen.
Want ABP doet ertoe. Het is op afstand het grootste pensioenfonds van Nederland en met een beheerd vermogen van 375 miljard euro zelfs het derde fonds ter wereld. Ambtenaren en docenten zijn er verplicht aangesloten. In totaal heeft ABP van 3 miljoen burgers pensioengeld in beheer.
Maar bij de manier waarop dat gebeurt, zijn volgens Martin Pikaart –voorzitter van vakorganisatie Alternatief voor Vakbond en als wiskundige thuis in de pensioenmaterie– grote vraagtekens te plaatsen. In zijn boek analyseert Pikaart hoe ABP vanaf 2003 het spoor bijster raakte en tot op de dag van vandaag de storm oogst van de wind die het destijds zaaide. Wat opvalt is hoe ABP sindsdien steeds minder als een pensioenfonds (dat voorzichtig belegt met geld dat bedoeld is voor zekere toekomstige pensioenen) opereert en zich steeds meer als een beleggingsfonds gaat gedragen, door in de jacht op hoge rendementen steeds grotere risico’s te nemen.
Zo speculeert ABP vanaf 2003 op een stijgende rente. De rente, in die tijd nog meer dan 4 procent, kon alleen nog maar omhoog, gokt het bestuur. Het tegendeel gebeurt: de rente zakt almaar verder weg. Doordat ABP, tegen de lessen van risicomanagement in, het renterisico’s niet had afgedekt, smelten de buffers weg.
Als in 2008 de crisis uitbreekt, krijgt ABP volgens Pikaart „de genadeklap”: de dekkingsgraad (die aangeeft of er genoeg bezittingen zijn om de toegezegde pensioenen te kunnen uitbetalen) keldert in één klap van 140 naar 90 procent. De helft van die daling is het gevolg van de rentegok.
In plaats van het beleid aan te passen, houdt ABP vast aan de gedachte dat de rente –nu écht!– stijgen zal. Ook neemt het fonds steeds meer risico’s (zo belegt het meer in aandelen en minder in risicovrije staatsobligaties) en probeert het met een lobby de overheid ertoe te bewegen de regels te versoepelen en het fonds op papier te laten rekenen met een kunstmatige rente die de dekkingsgraad weer opkalefatert.
Ondertussen blijft ABP naar buiten toe het beeld ophouden zijn deelnemers van een welvaartsvast pensioen te gaan voorzien. Dat er hiervoor te weinig premie is betaald en te veel risico is genomen, vertelt het fonds er niet bij. Hoewel de jaarlijkse premie per werkende steeg van 2170 euro in 1996 naar 8564 euro in 2013, komt ABP volgens Pikaart inmiddels 126 miljard euro tekort om deelnemers het pensioen te kunnen uitkeren dat hun voorgespiegeld is.
ABP beloofde een Porsche, maar de komende tijd zal bij deelnemers het besef indalen dat het bij een kever blijven zal. Het fonds heeft al sinds 2008 de pensioenen niet meer aangepast aan de inflatie en het ziet er niet naar uit dat dit de komende tien jaar nog wel gebeuren zal. Daarbovenop staan –de rente daalt nog steeds– pensioenkortingen voor de deur. Hoewel ouderen daarvan op korte termijn het meest in hun koopkracht worden geraakt, zijn volgens Pikaart vooral jongeren de dupe. Zij betalen meer en langer premie voor een soberder pensioen dat jaren later zal ingaan.
Pikaart verwijt ABP wanbeleid en vraagt het bestuur om op te stappen. Dat zijn grote woorden. Verbazingwekkend blijft dat dit eind vorig jaar verschenen boek niet veel meer stof heeft op doen waaien.
Boekgegevens
”Wanbeleid, Algemeen Burgerlijk. Een aanklacht tegen het grootste pensioenfonds van Nederland”, Martin Pikaart; uitg. Amsterdam University Press, Amsterdam, 2015; ISBN 978 96 6298 090 7; 215 blz.; € 17,95.