Kerry: IS schuldig aan genocide tegen christenen, jezidi’s en sjiieten
WASHINGTON. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry heeft Islamitische Staat donderdagmiddag beschuldigd van volkerenmoord tegen christenen, jezidi’s en sjiietische moslims.
Het Amerikaanse Congres nam afgelopen maandag al unaniem een niet-bindende motie van gelijke strekking aan. Het was een van de weinige keren dat Republikeinen en Democraten volledig eensgezind waren.
Kerry had tot vandaag de tijd om publiekelijk namens de Amerikaanse regering uitspraak te doen over de vraag of de misdrijven van de terreurbeweging tegen de religieuze groeperingen kunnen worden aangemerkt als genocide.
Nu Kerry de term genocide heeft gebezigd, kan dat eventueel leiden tot behandeling van de zaak in de VN-Veiligheidsraad en uiteindelijk tot berechting van IS-verdachten door het Internationaal Strafhof in Den Haag. Tot nu toe hebben de Verenigde Staten IS vooral militair bestreden. Het ligt ook niet in de lijn der verwachting dat de uitspraak van Kerry plotseling tot een hausse aan rechtszaken tegen IS-leden zal leiden.
De vraag is ook wat de internationaalrechtelijke status van de opmerkingen van Kerry is. Uiteindelijk zullen rechters moeten beslissen of er in juridische zin sprake is van genocide. Dat volgt niet automatisch uit een uitspraak die een minister in Washington doet.
De uitspraak lijkt intussen te passen in de huidige pogingen het conflict in Syrië militair te de-escaleren. Er is momenteel een gedeeltelijke wapenstilstand van kracht. Rusland kondigde afgelopen maandag aan een aanzienlijk deel van zijn troepen en materieel terug te trekken. En er worden vredesbesprekingen in Genève gehouden. Op dit moment wordt geprobeerd vooral via diplomatieke en juridische weg naar een oplossing te zoeken.
Amerikaanse regeringen hebben sinds 2004 niet meer gesproken over volkerenmoord. Toen werd vastgesteld dat genocide had plaatsgehad in Darfur en dat de Sudanese regering daarvoor verantwoordelijk was. Dat leidde ertoe dat de Sudanese president Bashir behoorlijk in zijn bewegingsvrijheid werd beperkt, omdat hij als belangrijkste verdachte gold.
Eerdere strafzaken rond vermeende genocide strandden doorgaans op gebrek aan bewijs. Vooral het aantonen van stelselmatige opzet tot het uitroeien van een specifieke bevolkingsgroep is juridisch gezien nogal problematisch.