„Maar het zij verre van mij dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus.”

Wij moeten Christus leren kennen in Zijn kruisiging, of in Zijn lijden: „En Dien gekruisigd.” Zijn hele leven was een kruisiging, van de kribbe tot het graf, van Zijn geboorte tot Zijn begrafenis. In dat opzicht hoeft weinig tot verklaring gezegd te worden, omdat dit uitvoerig in de evangeliën verteld wordt. Doch laat mij toe dat ik voor de goede orde u een kort verslag geef.

Hij werd al gekruisigd in Zijn ontvangenis. Daarin dat Hij ontvangen werd uit het zaad van de maagd Maria, en besloten in haar enge baarmoeder. Hij, Die de hemel niet kan omvangen, versmaadt niet de baarmoeder van een maagd. Dit deed Hij om onze ontvangenis te verzoeten, ons die in zonden ontvangen en in ongerechtigheid geboren zijn (Psalm 51:5).

Hij werd ook gekruist in Zijn geboorte. Hij, de Schepper van het schepsel, werd geboren van een vrouw. Hij Die haar geschapen heeft, werd uit haar geboren. Ja, uit een arme maagd, die twee tortelduiven offerde voor haar reiniging omdat zij geen vermogen had om volgens de wet een lam te brengen. Was er nergens een grote edelvrouw in Jeruzalem voor deze grote Prins van hemel en aarde om uit haar geboren te worden? Nee, Hij moest en wilde geboren worden uit een arme, verachte maagd! Jezus ziet zo de nederigheid van Zijn dienstmaagd aan (Lukas 1:48, 52).

John Wall,
predikant te Londen

(”Niemand dan Christus”, 1666)