Kabul wil internationale hulp rechtstreeks
De Afghaanse regering wil rechtstreeks toegang tot de internationale financiële hulp krijgen. Zij vindt dat er nu te veel van dat geld via non–gouvernementele organisaties en de Verenigde Naties gaat. Dat heeft minister Amin Farhang van Wederopbouw in diverse interviews met media gezegd.
Farhang zei dat zijn land na de parlementsverkiezingen van september niet alleen meer geld nodig heeft, maar ook meer geld waar het zelf over kan beschikken. Van de tot dusver door andere landen beschikbaar gestelde 4,5 miljard dollar heeft de regering 30 procent gekregen. De rest is naar organisaties gegaan die in Afghanistan aan de wederopbouw werken.
Woensdagochtend is in Berlijn de derde Afghanistanconferentie begonnen. Meer dan zevenhonderd afgevaardigden uit 56 landen overleggen daar over de wederopbouw van het door oorlogen verwoeste land en over miljarden aan financiële hulp. Volgens de Afghaanse regering is er de komende zeven jaar zeker 28 miljard dollar nodig.
Onder de aanwezigen zijn behalve de Afghaanse president Karzai en een aantal van zijn ministers de Amerikaanse minister Powell van Buitenlandse Zaken, NAVO–secretaris–generaal De Hoop Scheffer, VN–chef Kofi Annan en de Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking Van Ardenne.
De VN–afdeling voor de bestrijding van drugs en criminaliteit (Unocd) in Wenen zei woensdag dat momenteel de helft van het Afghaanse nationale inkomen komt uit de productie van opium. Unocd–baas Antionio Maria Costa zei tegen het Oostenrijkse persbureau APA dat de conferentie plaatsheeft op een moment dat de opiumproductie in Afghanistan weer toeneemt. Afghaanse boeren verdienen er ongeveer een miljard dollar mee en de handelaren in deze grondstof voor heroïne nog eens 1,3 miljard.
De VN–instantie pleit ervoor om extra geld te steken in de bestrijding van de handel en in speciale programma’s om de papavertelers te dwingen naar andere gewassen over te stappen. Maria Costa vindt ook dat de internationale troepenmacht in Afghanistan een veel grotere rol moet krijgen bij de bestrijding van de ’drugseconomie’.
De veiligheidsmaatregelen rond het hotel waar de conferentie gehouden wordt, zijn zeer omvangrijk. Ongeveer 2500 politiemensen en militairen zijn ingezet voor de bewaking.