Buitenland

Ötzi laat nog steeds van zich horen

Vijfentwintig jaar geleden werd Ötzi onder het ijs van een smeltende gletscher gevonden. Hij was zo’n 5000 jaar eerder om het leven gekomen. Sindsdien geeft hij telkens nieuwe geheimen prijs. Binnenkort weten we mogelijk ook hoe zijn stem heeft geklonken.

Ewout Kieckens
15 March 2016 21:44Gewijzigd op 16 November 2020 02:11
Wetenschappelijk onderzoek in 1991 op de vindplaats van Ötzi. beeld South Tyrol Museum of Archaeology
Wetenschappelijk onderzoek in 1991 op de vindplaats van Ötzi. beeld South Tyrol Museum of Archaeology

Op een zonnige dag in september 1991 besluit een Duits echtpaar dat aan het wandelen is in de Ötztaler Alpen, op de grens van Oostenrijk en Italië, een kortere weg te nemen door het gemarkeerde voetpad te verlaten. In een rotsachtige geul merken ze tot hun schrik een menselijk lichaam op. Ze vermoeden dat het een verongelukte wandelaar is. In werkelijkheid doen ze een archeologische ontdekking van de eerste orde. Ötzi, zoals hij later zal worden genoemd, is aan het licht gekomen.

De vondst van het lichaam, een mummie eigenlijk, was sensationeel. Mummies zijn uiteraard niet onbekend. We kennen ze van onder andere de Egyptenaren en er zijn vondsten in Latijns-Amerika gedaan. Dat zijn mummies die door de mens zijn geprepareerd en veelal zijn gerelateerd aan een begrafenisritus. Natuurlijke mummies, zonder een rol van de mens in het mummificeringsproces, zijn zeldzamer. De meeste zijn ‘droge’ mummies. Maar Ötzi, die millennialang onder een gletscher lag, is een ”feuchtmumie”, en een heel oude. Zo’n ‘natte’ mummie beschikt nog over de cellen waarin vocht is opgeslagen. Het lichaamsweefsel is elastisch, waardoor het mogelijk is om wetenschappelijke onderzoeken toe te passen. Het biedt de gelegenheid om als het ware in het binnenste van een prehistorische mens te kijken. Aan zulk onderzoek heeft Ötzi de laatste 25 jaar veelvuldig ‘meegewerkt’.

De uitkomsten zijn fascinerend. We kunnen er nu zonder meer van uitgaan dat Ötzi een 45- of 46-jarige man was. Hij was zo goed als bejaard, aangezien de gemiddelde leeftijd in de steentijd lag tussen de 28 en de 30 jaar. Hij woog 50 kilo en was 1,60 meter lang. Zijn schoenen hadden maat 38. Hij had bruine ogen, lange donkere én grijze haren en een volle baard. Er bestaat een (vermoedelijk) natuurgetrouwe reconstructie van Ötzi –een werk van twee Nederlanders overigens– die wordt tentoongesteld in het Zuid-Tiroler Archeologisch Museum van Bolzano. Dat museum is het thuis van Ötzi. Zijn lichaam werd daar in een koelcel ‘opgebaard’, en door een klein venster is hij zichtbaar. Hij ziet er eigenlijk nogal houterig en geplet uit. Mogelijk is al dat getrek aan Ötzi luguber (”Waarvoor is dat allemaal nodig? Laat hem toch rusten!”), mogelijk wordt het gezien als onrespectvol omgaan met de dood. Maar Ötzi biedt de mogelijkheid om terug te gaan in de tijd. Om meer te weten te komen over onze voorgeschiedenis.

Als archeologe Ulrike Buhl van het Zuid-Tiroler Archeologisch Museum spreekt, is het alsof ze Ötzi’s patiëntengegevens doorneemt aan zijn denkbeeldig ziekbed. „Ötzi verdroeg geen melk. Hij had een te hoge cholesterolspiegel. Waarschijnlijk at hij te veel vlees. Hij had een genetische aanleg voor hart- en vaatziekten. Vastgesteld is dat hij leed aan arteriosclerose, slagaderverharding. We denken altijd dat dat beschavingsziekten zijn. Maar kennelijk bestonden zulke ziekten toen ook al.” Ötzi leed ook aan de ziekte van Lyme, een infectieziekte. Hiermee is Ötzi de oudst bekende drager van deze ziekte. De Tiroler ging gebukt onder artrose. Zijn beenderen waren –zoals dat zo klinisch in het Duits klinkt– „abgenützt”, vertelt Buhl. Uitgenut, dus. Ötzi heeft zich vermoedelijk laten tatoeëren als vorm van pijnbestrijding. De meeste tatoeages zijn aangetroffen op plekken van het lichaam die ook in de acupunctuur worden gebruikt. Er zijn in totaal 61 tatoeages gevonden, 60 evenwijdige lijntjes en één kruisvormige afbeelding.

‘Patiënt’ Ötzi had last van cariës en leed aan parodontites (ontsteking van het tandvleesweefsel). Het is te zien dat er een tand in zijn gebit ontbreekt. Toch is het zichtbare gat niet meer dan een geval van diasteem (spleetje). Tegenwoordig wordt bij een kind een diasteem meestal door de tandarts weggewerkt. Uit zijn gebit is nog meer op te maken. Dankzij isotopenonderzoek van het gebit is tamelijk nauwkeurig vast te stellen dat Ötzi uit het Eisacktal afkomstig was. Brixen, tegenwoordig de belangrijkste stad in het Eisacktal, ligt op zo’n 40 kilometer van zowel Bolzano als de Italiaanse grens.

De meeste wetenswaardigheden komen voort uit onderzoeken van het ”Instituut voor mummies en de ijsman” (onderdeel van de onderzoekscentrum Eurac in Bolzano) en de universiteit van Innsbrück. Zo werd er 0,1 gram been uit Otzi’s linkerheup genomen. Andere onderzoekers hebben conclusies kunnen trekken door analyse van de Helicobacter pylori, een bacterie uit de buik van Ötzi.

Twee wetenschappers, een kno-arts en een onderzoeker bij een wetenschappelijk instituut voor de fonologie, willen nu ook een stem geven aan Ötzi. Dat gaan ze doen aan de hand van de CT-scan van de mummie, waarbij zijn ‘klankkast’ zou kunnen worden vastgesteld. Speciale software moet de verdeling van de akoestische energie bepalen, waarna het stemgeluid kan worden geproduceerd. Hem wordt vermoedelijk geen taal in de mond gelegd. Gelukkig maar, want in Bolzano is er weinig voor nodig om het vuur tussen Duits- en Italiaanstaligen aan te wakkeren. Eén ding zullen we nooit weten: Ötzi’s gevoelens en zijn gedachten. Gelukkig maar.

Welke kreet zou Ötzi hebben geslaakt toen hij ergens rond het jaar 3300 voor Christus getroffen werd in zijn borst en zijn slagader werd geraakt? Iemand had hem op een afstand van zo’n 15 meter beschoten met een pijl. Mogelijk gebeurde dat tijdens een een-op-eengevecht. Misschien was hij gevlucht uit het zuiden. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat in de buurt van Merano een dorp tot de grond toe was afgebrand (maar of dat in het jaar 3300 of 3301 of 3290 voor Christus was, is niet te zeggen…).

Maar de urgentie was kennelijk niet zo groot, want Ötzi had nog de tijd genomen om uitgebreid te eten (in zijn maag zijn resten van vlees en groenten teruggevonden). Mogelijk had er op de Ötztaler Alpen een grote strijd plaatsgevonden waaraan wel honderden mannen deelnamen. Het lijkt wel dat Ötzi alleen was (plus zijn moordenaar), maar dat is omdat alleen Ötzi is overgeleverd. Hij stierf in een holling die vermoedelijk later met sneeuw werd afgedekt en onderdeel werd van een gletscher. Andere gesneuvelden werden door de gletscher geplet en meegevoerd en organisch opgelost, om het zo te zeggen. De vraag is dan wel: waarom gaat iemand –Ötzi dus– dan onvoorbereid ten strijde? Zijn houder bevat veertien pijlen, die in het archeologisch museum te zien zijn, waarvan er maar twee schietklaar waren. En als Ötzi nou eens door rovers werd verrast? Dan rijst weer de vraag: Waarom hebben de rovers niet zijn kostbaarheden afgenomen, zoals zijn koperen bijl?

Misschien is het grootste nieuws dat Ötzi ons heeft gebracht wel het feit dat koper rond 3300 voor Christus beschikbaar was in de Alpen.


Musea in Bolzano

Het Zuid-Tiroler Archeologisch Museum in Bolzano, dat geheel gewijd is aan Ötzi, is van dinsdag tot en met zondag geopend van 10.00 tot 17.30 uur. In de maanden juli, augustus en december is het museum ook op maandag toegankelijk. Het gebouw ligt op zo’n tien minuten lopen van het treinstation. Bolzano (100.000 inwoners) is een aangename provinciestad met een aantrekkelijk centrum. De meeste inwoners zijn tweetalig (Italiaans en Duits). Een ander interessant museum, van een totaal andere genre, is Museion, een futurisch gebouw met hedendaagse kunst (geopend van dinsdag tot en met zondag van 10.00 tot 18.00 uur). Het museum is dit jaar vrijwel geheel gewijd aan Francesco Vezzoli, die een moderne interpretatie geeft aan Romeinse beelden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer