Kerk & religie

Oase aan de Scheveningse haven

Op een zomerse zondag lopen de kerkgangers van de oud gereformeerde gemeente van Scheveningen tussen de flanerende badgasten naar de kerk. „De deuren staan open, we hopen dat daar wat van uitgaat.”

Gerco Verdouw

15 March 2016 08:45Gewijzigd op 16 November 2020 02:10
De oud gereformeerde gemeente van Scheveningen staat aan de drukke Westduinweg. Foto RD, Anton Dommerholt
De oud gereformeerde gemeente van Scheveningen staat aan de drukke Westduinweg. Foto RD, Anton Dommerholt

Op een doordeweekse dag in de winter rijdt een argeloze passant het kerkgebouw zo voorbij. De Westduinweg is een drukke, doorgaande weg en de kerk heeft geen opvallende toren of iets dergelijks.

De wind doet de touwen van de zeiljachten in de naast­gelegen jachthaven klapperen tegen de masten. „Er staat hier altijd wind”, zegt ouderling J. Dijkshoorn (66) in de kleine consistoriekamer. Zijn enige ambtsbroeder, diaken D. J. Buijs (82), is verhinderd wegens ziekte.

De geschiedenis van de gemeente begint in 1866, nu 150 jaar geleden. In dat jaar raakte de van oorsprong Haagse ds. R. Veldman te Zwolle los van de Gereformeerde Gemeenten onder het Kruis. Enkele aanhangers van ds. Veldman kwamen in Den Haag samen. Een 22-jarige leerling van de Zwolse predikant, A. H. Geerts, ging er oefenen. De groep noemde zich oud gereformeerde gemeente.

De gemeente kreeg twee jaar later een eigen predikant, ds. N. Wedemeijer. Oefenaar Geerts ontfermde zich vooral over de Scheveningse leden, die in hun dorp in eerste instantie geen eigen vergaderruimte hadden kunnen vinden. In 1880 lukte dat wel en was er voor het eerst sprake van een oud gereformeerde gemeente in Scheveningen zelf. Ds. Geerts diende de gemeente tot zijn overlijden in 1916.

Onder leiding van diens opvolger ds. J. van Wier sloot de gemeente zich in 1923 aan bij de Federatie van Oud Gereformeerde Gemeenten. Tien jaar later besloot een meerderheid van de leden tot aansluiting bij de Gereformeerde Gemeenten. De minderheid wenste echter oud gereformeerd te blijven en bouwde in 1934 het huidige kerkgebouw. De gemeente kreeg oefenaar B. Hennephof als herder en leraar. Na diens vertrek in 1945 liep het aantal kerk­gangers terug. In de jaren 60 van de vorige eeuw was er zelfs sprake van opheffing van de gemeente.

Dijkshoorn is blij dat de gemeente is blijven bestaan. „De gemeente is wel klein, maar voorziet toch in een behoefte.” Naar weekdiensten komen de kerkgangers vanuit Den Haag en omgeving, ook van andere kerkverbanden. Daarnaast hoopt Dijkshoorn dat er wat van de kerkgang uitgaat. „Op een warme zomerdag wilt u niet weten wat er allemaal rondloopt hier. Vrouwen in weinig ver­hullende kleding en mannen met ontbloot bovenlijf. Ik geloof vast dat het op de oordeelsdag tegen hen zal getuigen dat zij de geopende deuren van ons kerkgebouw zijn voorbijgelopen.”

Als de dienst begonnen is, heeft de gemeente geen last meer van het wereldse gedruis om de kerk. „Dan zitten we hier over het algemeen heel rustig.”

Voor ongeveer twintig kerk­gangers lezen de beide ambts­dragers om beurten een preek, veelal van een oudvader. Vaak komen de Schotse en Engelse puriteinen aan bod, zoals Ryle, Boston en Flavel, maar ook Smijtegelt, Van der Groe en Kohlbrugge. Van ds. C. Smits worden ook veel preken gelezen. „Een appellerende prediking is belangrijk. Ik sta op dit punt achter ds. R. Kok. Het aanbod van genade is een essentieel onderdeel van de prediking. Als Johannes de Doper uitroept: „Bekeert u!” dan kunnen we dat Bijbelgedeelte toch niet overslaan omdat we dan zogenaamd de mens aan het werk zetten?”

Een preek moet begrijpelijk zijn, vindt Dijkshoorn. „Dat betekent niet dat het een zondagsschoolverhaaltje hoeft te zijn. Tegenwoordig is alles algauw moeilijk. Maar als een vrouw een nieuwe wasmachine heeft, weet ze binnen een week waar alle knopjes voor dienen. Het is maar net waar we interesse voor hebben.”


Scheveningers in drommen naar de kerk

In de oorlogsjaren kon er lange tijd niet gekerkt worden aan de Westduinweg, omdat de Duitsers Scheveningen ontruimd hadden voor de aanleg van de Atlantikwall. De diensten werden in die tijd gehouden in gebouw Elim aan de Hooigracht in Den Haag. Dijkshoorn: „Voor de kerkgangers die in Scheveningen mochten blijven wonen, was dat toch algauw een uur lopen. Maar dat was in die dagen geen probleem.”

De Tweede Wereldoorlog lijkt voor een kentering gezorgd te hebben qua kerkgang. Dijkshoorn: „Voor de oorlog waren de straten op zondag zwart van de kerkgangers. In drommen gingen Scheveningers naar de kerk. Nu staan er verschillende leeg. De Protestantse Kerk in Nederland heeft vorig jaar in Den Haag acht kerk­gebouwen moeten sluiten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer