Commando’s opereren onder een regen van mortieren en granaten
DEN HAAG. Mortieren slaan in, granaten exploderen. Nederlandse commando’s opereerden vijf jaar lang onder extreme, levensgevaarlijke omstandigheden in Afghanistan. Koning Willem-Alexander heeft vandaag hun inzet gewaardeerd.
Het Korps Commandotroepen (KCT), de elite-eenheid van de landmacht, is tussen 2005 en 2010 in drie taskforces (taakgroepen) vrijwel onafgebroken ingezet in Afghanistan. „Commando’s hebben daar een belangrijk hoofdstuk geschreven in de Nederlandse krijgsgeschiedenis”, zegt minister Hennis trots.
Commando’s voeren in kleine, zelfstandige groepen speciale operaties uit in vijandelijk gebied. Eenheden moeten langere tijd, zonder hulp van buiten, kunnen optreden achter de linies. Wereldwijd. In uitzonderlijke hitte en kou. Of op grote hoogte.
Vrijwel alle manschappen –geen vrouwen– van het KCT zijn één keer of vaker ingezet in Afghanistan. De drie taakgroepen hebben in vijf jaar tijd, vaak zij-aan-zij met mariniers, 170 operaties uitgevoerd, waarbij ze meer dan 110 keer vuurgevechten moesten leveren met de taliban. De opbouwmissie bleek in de praktijk al vrij snel een vechtmissie te worden.
De moed van de commando’s is „boven elke twijfel verheven”, stelt het kapittel, dat de minister adviseert over toekenning van de Militaire Willemsorde. „De eenheid is als geheel verder gegaan dan wat mag worden verwacht van de vakkundigheid en professionaliteit van de militair.”
April 2006. Een peloton van dertig man van Taskforce Viper nadert het dorp Surkh Murgab in de Choravallei, op 15 kilometer afstand van Kamp Holland. De eenheid moet de tegenstanders in het dorp in kaart brengen. Hun MB-terreinwagens bieden slechts beperkte bescherming.
Hoe dichter de commando’s het dorp naderen, hoe groter de vijandelijke activiteit. De taliban nemen de militairen van alle kanten onder vuur. Fel en goed georganiseerd. Een F-16 moet twee zware bommen –500 ponders– gooien om de strijders uit te schakelen.
Serieuze vijand
„Bij een van mijn eerste acties in Afghanistan raakten we volledig omsingeld”, vertelt een commando, om veiligheidsredenen zonder naam. „Welkom in Uruzgan”, dacht ik. „We hebben hier te maken met een serieuze vijand. De taliban zijn lui die ervoor gaan.”
Juni 2006. Pakweg 300 zwaarbewapende Afghaanse strijders overrompelen tijdens een groot offensief de politietroepen in het district Chora. In de Baluchivallei raken Nederlandse en Australische coalitietroepen slaags met de taliban. Het regent mortieren en granaten.
De commando’s verschieten tijdens urenlange gevechten duizenden patronen. Een Australische militair raakt zwaargewond. De Nederlandse commando’s weten de taliban vechtend terug te dringen, waardoor de Australiërs in staat zijn hun gewonde collega te evacueren.
Parachute
Spraakmakend is de actie van Nederlandse commando’s in Kajaki, in de Afghaanse provincie Helmand. De taliban bedreigen de plaats Deh Rawod in Uruzgan. Taskforce 55 krijgt opdracht om met operatie Lewe de activiteiten van de vijand te verstoren.
Tien commando’s springen in het pikkedonker uit een Canadees C-130-transporttoestel; de eerste Nederlandse operationele parasprong sinds de Tweede Wereldoorlog. Na een lange vrije val openen de commando’s op het laatste moment hun parachute en zweven richting landingszone.
De tien para’s slagen erin ongezien te landen. De verplaatsing –met rugzakken van 60 kilo– door het bergachtige terrein is loodzwaar. De commando’s richten heimelijke observatieposten in om de hoofdmacht te informeren over verplaatsingen van tegenstanders.
Dieptepunten
Het optreden in Afghanistan kent ook dieptepunten. Begin september 2009 loopt een Nederlands peloton bij de rivier de Helmand in een hinderlaag.
De taliban nemen de commando’s van drie kanten onder vuur. Korporaal Kevin van de Rijdt van Taskforce 55 raakt zwaargewond. Zes manschappen, onder wie twee mariniers, slagen er onder zwaar vijandelijk vuur in hem in veiligheid te brengen.
De korporaal is de enige commando die gedurende de vijf jaar in Afghanistan sneuvelt. „Het onconventioneel, standvastig en volhardend optreden resulteerde in relatief weinig verliezen aan eigen zijde”, aldus het kapittel.