Winkelpersoneel vindt zondagstoeslag belangrijkste toeslag
VEENENDAAL. De zondagstoeslag wordt door winkelmedewerkers als de belangrijkste toeslag beschouwd.
Dat blijkt uit een onderzoek dat de vakorganisaties FNV, CNV en RMU hebben uitgevoerd met de branchevereniging van Grootwinkelbedrijven in de Textiel (VGT), die ketens als C&A, Hunkemöller en Wehkamp vertegenwoordigt.
Uit het onderzoek, dat gehouden is onder 7000 medewerkers en de basis moet vormen voor een nieuwe cao, komt naar voren dat medewerkers de zondagstoeslag op een schaal van 100 te verdelen punten, met 32 punten de meeste punten toekennen. Ook de toeslag voor feestdagen wordt (met 30 punten) van belang geacht. Op ruimere afstand volgen pas de toeslagen voor overwerk, avond- en ochtendwerk, aldus RMU’er Chris Baggerman. Van de ondervraagde medewerkers werkte 15 procent in de eerste helft van 2015 meer dan tien uur op een zondag; 51 procent werkte niet op zondag. Baggerman noemt het onderzoek waardevol. „Ondanks dat net iets meer dan de helft van de medewerkers niet of weinig op zondag werkt, zien we dat aan de zondagstoeslag een groot belang wordt gehecht”, stelt hij. Wel hechten jongeren volgens hem relatief minder waarde aan de zondagstoeslag dan ouderen.
Doel van het onderzoek was om in beeld te brengen welke arbeidsvoorwaarden het personeel belangrijk vindt. Het idee daartoe ontstond nadat eind vorig jaar vakorganisatie INretail (mode- woon- en sportbranche) de grote vakbonden passeerde en een cao afsloot met de kleine vakbonden De Unie en AVV, waarin de zondagstoeslag werd gehalveerd voor bedrijven die bij INretail zijn aangesloten.