Zaterdagavond vertelde Martin Kamphuis in Hardinxveld-Giessendam over zijn bekering van boeddhist tot christen. Meer dan 200 bezoekers trok de door de Kom Ook Groep belegde christelijke jongerenavond.

Kamphuis vertelde op zoek te zijn geweest naar de zin van het leven. Eind jaren zeventig trok hij als avonturier de wereld rond. In India vond hij de weg naar de Tibetaanse dalai lama. „Als Tibetaan ben je boeddhist”, zei hij. Tibetanen kennen geen aarde, geen God en geen hemel. Het boeddhisme leert dat alles is ontstaan uit het niets. Kamphuis ging zich oefenen in meditatie en kreeg de door het boeddhisme gehuldigde reïncarnatie waarin religieuze leraars, lama’s geheten, onderwezen. „Zo zou ik als lama in een ander leven terugkeren.”

Tibetanen hebben een bontgekleurde religie die veel mensen aantrekt. Dat wekte ook Kamphuis’ interesse als zoeker naar de zin van het bestaan. Ook Boeddha was een zoeker, aldus Kamphuis. Boeddha zocht een weg uit het lijden om daarmee het geluk, de verlichting te bereiken.

Op de vraag uit het publiek of boeddhisten God kennen, antwoordde Kamphuis: „Het doel van het boeddhisme is de eigen leegte, het eigen geluk te bereiken. Dat wil men bereiken in een weg van veel werken en door het ontvangen van bovennatuurlijke krachten. Zo dacht ik ook door eigen werken verlicht te worden.”

Geen vrede

Terug in Amsterdam vestigde Kamphuis zich als alternatief therapeut en vond aansluiting bij de wereld van new age en esoterie. Krampachtig werkend aan zijn boeddhistische idealen trok hij samen met zijn Duitse vriendin Elke opnieuw naar India. Toch bracht zijn pelgrimsreis hem geen vrede. Op een wonderlijke manier kwamen ze in Australië, waar een vriend hen uitnodigde een kerkdienst bij te wonen.

„Daar zag ik hoe de mensen tot God baden. Iemand wilde ook met mij bidden. Na enig aarzelen stemde ik toe”, aldus Kamphuis. „In dat gebed werd mij gevraagd andere religies af te zweren. Ik voelde dat Jezus aan mijn deur klopte en wachtte tot ik opendeed. Ik liet het boeddhisme los en heb Jezus in mijn leven opgenomen. Zo begon mijn pelgrimsreis van boeddhisme naar christendom. Ik was boeddhist, tot God mij anders deed zien. God sprak tot Mozes: „Ik ben.” Boeddha zegt: „Ik ben niet.””

Kamphuis wist niet dat Jezus Christus hem in genade zocht. „Ik leerde dat Jezus de weg tot de Vader is. Geen enkele religie heeft dat doel, ook het boeddhisme niet.”