De Verenigde Staten en Europa grepen in 2011 militair in toen het regime van de toenmalige dictator Muammar Kaddafi dreigde een bloedbad aan te richten in de opstandige stad Benghazi. „We hebben het plan zo goed als ik kon verwachten uitgevoerd”, aldus Obama. „We hadden een mandaat van de VN, een coalitie. Het kostte ons een miljard dollar, wat erg goedkoop is voor een militaire operatie. We voorkwamen grote hoeveelheden burgerslachtoffers en een langdurige burgeroorlog. Desondanks is het een zooitje in Libië.”

Obama erkent dat de stammencultuur in Libië ook een rol speelde, maar wijst vooral naar Europa. ’‘Als ik terugkijk en mezelf vraag wat er mis ging denk ik dat er ruimte is voor kritiek. Ik vertrouwde erop dat de Europeanen, aangezien Libië zo dichtbij is, zouden doorpakken.’’ De president beschouwde de interventie in Libië uiteindelijk als mislukt en deze afweging speelde ook een rol toen hij moest beslissen om elders in de regio militair in te grijpen.