Het platform is de opvolger van de Werkgroep Christelijke Kinderboeken, die begin vorig jaar vanwege bezuinigingen ophield te bestaan. Deze werkgroep viel onder de Brancheorganisatie voor het Christelijke Boeken- en muziekvak (BCB) en zij besloot zich destijds te gaan richten op „kerntaken” en daarbinnen was weinig ruimte voor het kinderboek. Alleen de jaarlijkse Christelijke Kinderboekenmaand blijft vallen onder de verantwoordelijkheid van de BCB.

Promotie van kinderboeken is de missie van het nieuw opgerichte platform – een initiatief van Vrouwke Klapwijk, Henriette Kool en Annemarie Prins. In de praktijk zet het platform de activiteiten van de werkgroep voort. De website christelijkekinderboeken.nl blijft bestaan en kreeg eerder ook al een facelift. De christelijke kinderboekenprijzen lagen het afgelopen jaar door de omstandigheden stil, maar vanaf dit jaar neemt het platform de organisatie van de verkiezingen voor de kinderjuryprijs EigenWijsPrijs en de vakjuryprijs Het Hoogste Woord op zich. Voor beide prijzen worden 13 mei de nominaties bekend gemaakt en 10 juni de winnaars.

Verder zal het platform auteurs en illustrators promoten, ondersteunt het onder meer leesbevorderende activiteiten zoals de Nationale Voorleesdagen, het Voorleesontbijt en voorleeswedstrijden. Jaarlijks organiseert het platform een studiedag voor auteurs en illustratoren van kinderboeken. Dit jaar vindt deze plaats op zaterdag 12 maart in Zwolle. Ook geven leden van het platform workshops voor boekhandels en kunnen zij worden uitgenodigd voor het houden een lezing op scholen.

Het is de bedoeling dat de activiteiten in toekomst worden uitgebreid. Prins: „Dan gaat het om het maken van lesbrieven voor scholen bij voornamelijk christelijke kinderboeken. Om het maken van een christelijke kinderboekenkrant.” Ook denkt het platform na over het instellen van extra kinderboekenprijzen, bijvoorbeeld een aanmoedigingsprijs voor het beste christelijke kinderboekendebuut.

Met zijn activiteiten richt het platform richt zich op kinderen, ouders en opvoeders, docenten in het onderwijs, kinderwerkers in kerken en gemeentes en op „iedereen die verder betrokken wil zijn bij het christelijke kinderboek”.