Celstraf geëist voor inrijden op Molukkers
Het openbaar ministerie heeft dinsdag voor de rechtbank in Den Haag een celstraf van twee jaar, waarvan acht maanden voorwaardelijk, geëist tegen twee broers uit Zaandam.
De 22-jarige A. B. en de 23-jarige J. B. zouden bewust met hun auto’s zijn ingereden op een groep demonstrerende Molukkers in Den Haag. Volgens het OM hadden de verdachten nog geluk dat daarbij niemand om het leven kwam.
Diverse getuigen en de slachtoffers verklaarden bij de politie dat de automobilisten op 25 april vorig jaar in Den Haag met een flinke vaart de menigte instoven. Dat gebeurde na de herdenkingsbijeenkomst van de proclamatie van de Vrije Republiek der Zuid-Molukken (RMS) in sportcentrum De Uithof, waar honderden Molukkers bijeenkwamen.
Diverse demonstranten kwamen onder de auto’s terecht en raakten gewond. Ze braken botten of liepen een hersenschudding op. Volgens een politieman leek het alsof de broers doelbewust op de betogers waren ingereden. Het OM achtte poging tot doodslag dan ook bewezen.
Volgens de raadsman van de verdachten H. Belfor hadden zijn cliënten echter weinig keus in de woedende groep en bevonden ze zich in een noodsituatie. De aanklager hield bij het formuleren van zijn eis er rekening mee dat ook de Molukkers flink agressief waren geweest. Toen de politie de jongste broer uit zijn auto haalde, moest hij rennen voor zijn leven om aan de massa te ontkomen. Zijn mobiele telefoon werd gestolen en maandenlang werden zijn vrienden dreigend opgebeld met de vraag waar de broers zich bevonden.
De vorige zitting, op 17 februari, werd aangehouden omdat de verdachten zouden zijn bedreigd door mensen uit de Molukse gemeenschap en daarom niet durfden te komen.