Het gaat iets beter met de vlinder
DEN HAAG (ANP). Een nieuwe lente en een nieuw geluid voor de vlinders in Nederland. Het gaat namelijk voorzichtig iets beter met de vlinderstand, voor het eerst sinds de jaren negentig.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Vlinderstichting spreken donderdag van „een voorzichtige ommekeer”. Tussen 2006 en 2015 zijn twintig soorten vlinders vooruitgegaan. Bij elf soorten namen de aantallen af. Bij 21 andere soorten bleef de stand gelijk. Het is voor het eerst sinds de tellingen begonnen, in 1992, dat er meer soorten vooruitgaan dan achteruit.
De toename is te danken aan natuurbescherming. Bedreigde vlinders kunnen in de aangelegde gebieden leven. Bovendien profiteren vlinders van klimaatverandering, omdat de zomers dan warmer zijn.
Het gaat onder meer iets beter met een paar zeldzame vlinders, zoals de zilveren maan. Hun aantallen waren tussen 1992 en 2006 met ongeveer 90 procent teruggelopen. Inmiddels zijn er iets meer van die vlinders te vinden. Daar staat tegenover dat het heel slecht gaat met een soort als de argusvlinder. Die kwam jaren geleden overal voor, maar „is nu bijna overal verdwenen”.
Vergeleken met 1992 gaat het nog wel slecht met de vlinder. Van 23 soorten zijn de aantallen afgenomen en van zestien soorten zijn er meer vlinders. Het totale aantal is ongeveer 60 procent van wat het ruim twintig jaar geleden was.