„Shell was niet voorbereid op lekkage”
DEN HAAG (ANP). Shell was niet voorbereid op de lekkage van ethyleenoxide die op 30 december 2013 ontstond in een bovengronds deel van een leiding bij een olieraffinaderij van Shell Pernis. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in een woensdag verschenen onderzoeksrapport over de lekkage.
In totaal kwam bij dit incident 11,2 ton van het gevaarlijke ethyleenoxide vrij in de directe omgeving. Ethyleenoxide is volgens de Onderzoeksraad giftig, licht ontvlambaar en explosief.
In de conclusie van het rapport staat dat bij Shell geen mogelijkheden waren om een lekkage snel op te sporen en was het concern „niet voorbereid op het specifieke scenario van een lekkage van ethyleenoxide uit een dergelijk groot systeem”.
Van 21 november 2015 tot 27 januari 2016 ontsnapte de giftige stof ook bij Shell Moerdijk. De oorzaak hiervan was volgens Shell een afsluiter die bij reparatiewerkzaamheden was opengezet en daarna niet werd gesloten. De onderzoeksraad bekijkt ook dit voorval.
De lekkage van 30 december 2013 ontstond doordat de isolatiekoppelingen na achttien jaar gebruik waren aangetast. Shell ging er volgens de OVV van uit dat deze koppelingen een veel langere levensduur hadden.
Shell nam na deze lekkage al een reeks maatregelen. Er zijn technische middelen gekomen om lekkage tijdig te kunnen opsporen en er zijn noodprocedures opgesteld voor het leegmaken van de ethyleenoxideleiding.