Vrouwelijke ondernemer is in opmars
DEN HAAG (ANP). Vrouwen starten steeds vaker een bedrijf, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Terwijl het aantal vrouwen op topposities in het bedrijfsleven achterblijft bij het streven van de overheid, is de vrouwelijke ondernemer duidelijk in opmars.
In 2014 was 37 procent van de startende ondernemers vrouw, tegen 31 procent in 2007. Vrouwen beginnen relatief vaak een webwinkel, een management- en organisatiebureau of een bedrijf in de haar- en schoonheidsverzorging. Ook gaan veel als zelfstandige in de thuiszorg aan de slag. In alle bedrijven zijn ondernemersvrouwen inmiddels goed voor een aandeel van 34 procent, aldus het statistiekbureau.
Dinsdagmorgen werd in Amsterdam het zogeheten topontbijt gehouden ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag. Om meer vrouwen op topposities bij bedrijven te krijgen is meer actie van mannen cruciaal, was de boodschap. Nu voldoet het bedrijfsleven nog lang niet aan het streven van 30 procent vrouwen binnen directies en toezichtraden.
Minister Jet Bussemaker (Emancipatie) pleitte ervoor dat mannen „meer bondgenoten” moeten worden. Dat wil zeggen dat ze bij het invullen van topfuncties sneller aan vrouwen moeten denken en dat ze vrouwen ook daadwerkelijk vaker moeten benoemen.
„Dat dit alleen een vrouwending is, daar ben ik wel een beetje klaar mee”, zei de bewindsvrouw. Ze merkte daarbij op dat de „smoes dat er geen vrouwelijke talenten zouden zijn”, niet meer werkt. Door de stichting Topvrouwen.nl is een database samengesteld, waarin zoveel mogelijk ambitieuze en geschikte vrouwen in beeld worden gebracht voor bedrijven en wervingsbureaus. Doel is voorkomen dat de minister zich in 2019 alsnog genoodzaakt voelt om een wettelijk vrouwenquotum in te voeren.
Bij de jaarlijkse bijeenkomst in Amsterdam waren voor het eerst ook topmannen uitgenodigd. Maar onder de kleine honderd aanwezigen waren vrouwen, met een aandeel van 70 procent, nog altijd ruimschoots in de meerderheid. Bussemaker liet weten dat ze graag meer vertegenwoordigers van het andere geslacht had gezien.