Reizen niet bijzonder voor Maerten en Oopjen
WOERDEN (ANP). Voor Maerten en Oopjen, de twee huwelijksportretten van Rembrandt die Nederland en Frankrijk samen hebben gekocht en die afwisselend in het Louvre en het Rijksmuseum te zien zullen zijn, is pendelen niet ongewoon. In de zeventiende en achttiende eeuw werden de schilderijen, ingepakt in een deken, op een dekschuit heen en weer gebracht van Amsterdam naar buitenplaatsen aan de Vecht. Dat heeft Jippe Hoekstra van belangenvereniging Stichting Groene Hart ontdekt.
Hoekstra onderzocht voor een artikel in het tijdschrift van Groene Hart de jaarlijkse zomerverhuizing van rijke Amsterdammers naar buitenplaatsen aan de Vecht. Oopjen hertrouwde na het overlijden van Maerten met Martijn Dewey, die huize Voordaen in Groenekan bezat. Uit aktes bleek dat haar huwelijksportretten en andere kostbaarheden elk voorjaar aan de Singel in Amsterdam werden opgeladen en naar Groenekan werden gebracht.
Later kwamen de schilderijen in bezit van de familie Van Loon. Die nam de huisraad ook mee in de zomer, van de Keizersgracht naar ’s Graveland. Pas toen de Franse familie De Rothschild de doeken in 1877 kocht kwam er een voorlopig einde aan het reizen van Maerten en Oopjen. De Rembrandts zullen nu met de grootste omzichtigheid heen en weer reizen tussen het Louvre en het Rijksmuseum.