Hans Linsen: „Mijn leven is compleet veranderd”
LEERDAM. „Ik ben op zoveel punten veranderd. Ik heb weer een huis, ga naar de kerk en probeer wat voor anderen te betekenen. Als je me dit zes jaar geleden had verteld, had ik gevraagd of je wel goed bij je hoofd was.”
Hans Linsen (69) kreeg onlangs de jaarlijkse Stadsrechtenprijs van Leerdam uitgereikt voor het project ”Samen eten in de Pauluskerk”. De gemeente reikt de prijs uit aan een Leerdammer die een positieve impuls geeft aan activiteiten in de samenleving.
De Leerdammer heeft een bewogen leven achter de rug. „Ik heb jaren drugs gebruikt, later ben ik aan de drank geraakt. Liters bier en jenever werkte ik weg op één dag. Waarom? Tja, mijn vader en moeder overleden kort na elkaar. Ik was gescheiden. Op een dag stonden de politie en een deurwaarder op de stoep en werd ik mijn huis uitgezet. Voor je het weet, zit je dan middenin de ellende.”
Linsen leidde jarenlang een zwervend bestaan, kreeg van bekenden eten toegestopt en sliep overal en nergens. „Eigenlijk wist niemand hoe diep ik gezonken was. Ik verzorgde me zo goed mogelijk en had altijd wel wat te eten en te drinken. Ik sliep in schuurtjes, op bankjes of in een bootje in de haven. Een ellendige tijd. Ik voelde me uitgekotst door de maatschappij. Mijn leven was uitzichtloos en het interesseerde me allemaal geen bal meer. Ik heb heel wat koude winters meegemaakt. Een huisarts zei ooit tegen me: „Het is ongelooflijk dat je nog leeft.”
Koffie
Een interview in een plaatselijke krant veranderde zijn leven. „Mensen kregen in de gaten dat ik bij -15 en kouder in een onverwarmd bootje sliep.” Via via kwam Linsen in contact met dominee Verhoeven, predikant van de hervormde Pauluskerk in Leerdam-West, en zijn vrouw. „Ik zat op een zaterdagmorgen in de bibliotheek en daar kwam mevrouw Verhoeven met een zoontje binnen. Ze liep naar me toe zei: „Kom je vanavond bij ons op de koffie?” Tja, wat moet je dan? Ik zag er vreselijk tegenop. Zat die avond tot acht uur in de kroeg, tot een kennis me naar buiten trok. Even later stond ik voor de pastorie. Ik kreeg gewoon de rillingen. Dacht: Ik moet hier weg en gauw ook. Tot ik ineens een stem hoorde: „Dag jongens, gezellig dat jullie er zijn. Kom binnen.” Stond mevrouw Verhoeven in de tuin vetbolletjes op te hangen. Ik ging naar binnen en wist niet wat ik meemaakte. Het was net of ik thuiskwam. Ik heb avonden met de dominee zitten bomen, werd gewoon opgenomen in het gezin.”
Van lieverlee ging hij ook op visite bij andere gemeenteleden en at daar regelmatig mee. „Maar ja, na een maand ging ik voor de bijl en was ik toch weer dronken. Van alle kanten kreeg ik de suggestie om naar De Hoop in Dordrecht te gaan. Daar moest ik niks van hebben. Maar ik ben toch gegaan. Ik ben toen radicaal met drinken gestopt.”
Pannetje eten
Linsens leven is sindsdien drastisch veranderd. „Ik heb belijdenis gedaan, ga naar de kerk. Ja, ik geloof in God. Dat deed ik eerder ook wel, maar ik was zo afgedwaald. Ik denk vaak terug aan vroeger. Zo’n verschrikkelijke tijd wil ik voor geen goud meer meemaken. Als ik ’s morgens onder de douche sta, denk ik nog altijd: da’s toch andere koek.”
De Leerdammer heeft nu een eigen flat, drinkt geen druppel alcohol meer, houdt zich ver van drugs –„Ik heb zo’n hekel aan die rommel gekregen”– en zet zich in voor anderen. „Twee dagen in de week kook ik voor een clubje. Dan zit mijn flat vol mensen die een steuntje in de rug goed kunnen gebruiken.”
Linsen stond mede aan de wieg van ”Samen eten in de Pauluskerk”. „Het zaterdagse koffieuurtje liep niet meer. Toen zijn we dit begonnen. Een geweldig project. Elke dinsdagavond koken we voor minstens zestig alleenstaanden en mensen met een krappe beurs. Ze krijgen een goede maaltijd en er ontstaan nieuwe contacten. Het is goed om naar anderen om te zien. Breng een buurvrouw die zit te verpieteren gerust een pannetje eten. Een klein gebaar, maar dat zijn wel de dingen die ertoe doen in het leven.”