De Maltese hulporganisatie Migrant Offshore Aid Station (MOAS) start deze week een missie in de Andamanse Zee en de aangrenzende wateren om vluchtelingen en migranten in nood op te sporen en te redden.

De Andamanse Zee ten westen van het vasteland van Zuidoost-Azië is samen met de Golf van Bengalen een vluchtroute die vorig jaar door zeker 32.600 vluchtelingen werd gekozen. De meeste passagiers zijn etnische Rohingya’s uit Birma en Bengalezen. Zij proberen veelal na een tocht over zee, via het zuiden van Thailand, de grens met Maleisië over te steken.

De bemanning van de MY Phoenix zal tijdens de operatie in verbinding staan met de lokale kustwacht, de marine en plaatselijke ngo’s. De hulpverleners van MOAS zullen ook gebruikmaken van drones om de bewegingen van schepen na te gaan die migranten of vluchtelingen aan boord kunnen hebben.

MOAS en de verschillende lokale en nationale overheden van de betrokken landen hebben samen verklaard dat het voorkomen van het verlies van mensenlevens op zee een hoge prioriteit is.

Het initiatief is een gevolg van de schokkende vondst vorig jaar van de resten van 200 lichamen in massagraven bij de grens van Thailand en Maleisië, vermoedelijk Rohingya’s uit Birma en migranten uit Bangladesh. Kort na de vondst werd de beveiliging aangescherpt bij de traditionele vertrek- en aankomstpunten en deed de overheid meer om smokkelnetwerken op te rollen.

Volgens een recent rapport van de VN-Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) zouden 370 mensen vorig jaar het leven hebben gelaten door te kiezen voor de Golf van Bengalen en de Andamanse Zee als vluchtroute.

Sinds 2012 hebben al 170.000 Rohingya’s en Bengalezen de gevaarlijke overtocht gemaakt.

In een verklaring laat MOAS weten dat donderdag te starten met de missie.